Wanneer een DGA uit dienst treedt bij de ene BV en in dienst treedt bij de andere BV dan kan hij zijn pensioen overdragen en, tegen toekenning van fictieve dienstjaren, inbrengen in de nieuwe pensioenregeling bij de nieuwe werkgever-BV. Volgens de belastingdienst mag het aantal fictieve dienstjaren niet meer zijn dan het werkelijk aantal dienstjaren bij de vorige werkgever-BV (Vraag & Antwoord 08-012 d.d. 24 maart 2009, www.belastingdienstpensioensite.nl).
Resultaten
Vervroegd pensioen en doorwerken. Starre opstelling fiscus
De loonbelasting definieert ouderdomspensioen als een levenslange inkomensvoorziening bij ouderdom voor werknemers en gewezen werknemers (art. 18a lid 1 Wet LB 1964). Deze definitie is aanleiding voor de fiscus om weer eens een flauw standpunt in te nemen, te weten: als je vervroegd, dus eerder dan de in het pensioenreglement vermelde pensioenleeftijd, met pensioen gaat mag je niet meer (betaald) doorwerken (Vraag & Antwoord 08-014, d.d. 27 augustus 2008 www.belastingdienstpensioensite.nl).
Geen optimalisatie overbruggingspensioen mogelijk
In Pensioen up to Date maart/april 2008, nr. 2 gingen wij uitgebreid in op het arrest van de Hoge Raad van 8 februari 2008 (nr. 42 782). Daarin oordeelde de Hoge Raad dat de AOW-component in het overbruggingspensioen van DGA’s in 10 jaar mag worden opgebouwd, in tegenstelling tot de fiscus die meende dat van de feitelijke AOW-inbouw moest worden uitgegaan. Het (verworpen) standpunt van de fiscus betekende, dat pas bij een diensttijd van 35 jaar een volledig overbruggingspensioen kon worden opgebouwd.
Definitief oordeel Hoge Raad inzake afstorting pensioenvoorziening eigen beheer bij echtscheiding
De Hoge Raad oordeelde op 20 maart jongstleden in een geschil tussen de ex-echtgenote van een DGA en de BV waarin het pensioen was ondergebracht, dat de rechten van de ex-echtgenote dienen te worden afgestort. De Hoge Raad gaat hiermee een stapje verder dan het arrest van 12 maart 2004 (nr. C07/201HR).
Fiscus verliest procedure over hoogte AOW-overbruggingspensioen bij Hoge Raad. Implicaties voor adviespraktijk
In een arrest van 8 februari 2008 (nr. 42 782) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de fiscus zich op een verkeerd standpunt heeft gesteld ten aanzien van de vaststelling van het overbruggingspensioen van DGA’s die hun pensioen in eigen beheer houden. De vraag is wat de relevantie is van dit arrest. Immers, sinds de invoering van VPL met ingang 1 januari 2005 (of 1 januari 2006 voor bestaande regelingen) is er fiscaal gezien een einde gekomen aan de mogelijkheid om overbruggingspensioen op te bouwen voor hen die zijn geboren vanaf 1950.
Verzekeraars doen moeilijk over gouden handdrukken
Er bereiken ons berichten dat er verzekeraars zijn die koopsommen voor goudenhanddrukstamrechten weigeren omdat ze “geen zin hebben om een heffing van 26% over het rentebestanddeel te betalen”. Wat is er aan de hand?
Ten onrechte afgetrokken lijfrentepremies leidde tot onbelaste uitkering
Op 15 oktober 1990 werd bekend gemaakt dat het lijfrenteregime zou wijzigen. Dit is gebeurd met ingang van 1 januari 1992 (Brede Herwaardering). Voor lijfrentepolissen (kapitaalverzekering met lijfrenteclausule) gesloten vóór 15 oktober 1990 gold overgangrecht dat inhield dat de lijfrentepremies vanaf 1 januari 1992 aftrekbaar bleven tot een bepaald maximum. Bij Rechtbank Arnhem speelde de volgende zaak.
Nieuw besluit internationale pensioenproblematiek
Het besluit van 31 januari 2008 (nr. CPP2007/98M) bevat een samenvoeging en actualisering van eerdere besluiten op internationaal pensioengebied en gaat in op onderwerpen als: voortzetting buitenlandse pensioenregeling van werknemers die tijdelijk in Nederland komen werken, waardeoverdracht vanuit en naar het buitenland, voortzetting Nederlandse pensioenregeling in het buitenland. In een volgende editie van Pensioen up to Date zullen wij nader ingaan op dit uitgebreide besluit.
Belastingdienst publiceert overbodige pensioenovereenkomsten
Indien sprake is van een op 31 december 2006 bestaande pensioentoezegging die (deels) in eigen beheer wordt uitgevoerd, is de vraag of de pensioenbrief (die bijvoorbeeld is gebaseerd op de door belastingdienst gepubliceerde modellen van augustus 2005) met ingang van 1 januari 2008 moest worden aangepast. Immers, deze pensioenbrief zal allerlei verwijzingen naar de PSW bevatten, terwijl de PSW vanaf 1 januari 2008 niet meer van toepassing is.
Pensioen is aandachtspunt bij overname van ondernemingen.
Wanneer een onderneming wordt overgenomen dient de verkrijger de pensioenverplichtingen over te nemen (zie art. 7:663 BW). Dat is de hoofdregel. Art. 9 Pensioenwet (PW) ziet op de situatie dat de vervreemder geen pensioenregeling heeft maar de verkrijger wel. O.g.v. van art. 9 PW moet de verkrijger dan (hetzelfde) pensioen aanbieden aan de werknemers van de vervreemder. Wanneer de vervreemder en de verkrijger een (verschillende) pensioenregeling hebben is er na de fusie dus sprake zijn van verschillende pensioenregelingen.