Recent is het concept wetsvoorstel “Toekomst Pensioenen” gepubliceerd. De toelichting bij het wetsvoorstel bespreekt o.a. de waarborgen voor een evenwichtige transitie. Een van de waarborgen betreft de toets door DNB van “invaren”. Hiermee wordt ook wel de overgang van oude naar nieuwe rechten bedoeld. De toelichting bij het wetsvoorstel zegt hierover het volgende.
Resultaten
Eerste Kamer dwingt minister Koolmees tot uitstel wet uitkering ineens
Het wetsvoorstel dat werknemers 10% van hun pensioenvermogen op pensioendatum mogen afkopen wordt uitgesteld tot 2023. Dit onder druk van de Eerste Kamer. Een groot deel van deze kamer is kritisch over de praktische uitvoerbaarheid van de wet. Vooral fiscale regels staan in de weg.
Al bij de behandeling in de Tweede Kamer waarschuwden Pensioenfondsen en verzekeraars dat het wetsvoorstel praktisch onuitvoerbaar was. Tevergeefs. In de Eerste Kamer kregen zij wel voldoende bijval.
De praktische onuitvoerbaarheid zit vooral in fiscale regels. Iemand die in januari de AOW-leeftijd bereikt en een bedrag ineens krijgt, betaalt minder belasting dan iemand die in december recht krijgt op AOW. Minister Koolmees had dit probleem reeds onderkend en getracht op te lossen door mensen de keuze te geven of zij op AOW-datum, of in januari het bedrag willen ontvangen. Maar juist die keuze maakt het wetsvoorstel voor pensioenfondsen en verzekeraars nog veel ingewikkelder en duurder om uit te voeren.
Daarnaast speelt voor lagere inkomens nog een bijkomend probleem. In het jaar dat zij hun pensioen zouden afkopen verliezen zij hun toeslagen. Het afgekochte pensioen telt immers mee als inkomen. Alsdan blijft er in sommige gevallen nog maar 20% over van het afgekochte pensioen.
Voor deze problemen zal de minister dus in de loop van 2021 met een oplossing moeten komen.
De inmiddels ‘zwaarwerkregeling’ geheten, gaat wel gewoon per 1 januari van dit jaar in. Dit mede omdat in een aantal CAO’s reeds afspraken hieromtrent zijn gemaakt.
Werknemers kunnen dus met ‘vroegpensioen’ gaan zonder dat sprake is van een RVU-heffing. Daarnaast zijn per 1 januari ook de uitgebreide verlofspaarmogelijkheden in werking getreden.
Wetsvoorstel Wet verandering koppeling AOW-leeftijd aangenomen
Op 1 december 2020 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Wet verandering koppeling AOW-leeftijd aangenomen. Vanaf 2025 wordt de ontwikkeling van de AOW-leeftijd nog slechts voor 2/3 gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting op 65 jaar. Elk jaar dat we langer leven resulteert in acht maanden langer doorwerken en vier maanden langer een AOW-uitkering. Ook voor de pensioenrichtleeftijd gaat deze 2/3 koppeling gelden.
Toch geen kortingen?
Nu de meeste grote pensioenfondsen begin januari hun voorlopige dekkingsgraad per 31 december 2020 bekend hebben gemaakt, lijken kortingen voor 2021 van de baan. De beleidsdekkingsgraad van de meeste grote fondsen komt uiteindelijk toch boven de 90% uit. Voor 2021 is de zaak hiermee af.
Dit wil echter niet zeggen dat we er nu al zijn. Immers vanaf 2021 wordt de nieuwe strengere UFR stapsgewijs ingevoerd. Een nog lagere rekenrente hetgeen uiteraard een neerwaarts effect op de dekkingsgraad heeft. Daarnaast moeten de fondsen uiterlijk op 1 januari 2026 toegroeien naar een minimale richtdekkingsgraad van 95% om zonder kortingen te kunnen overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel.
Ook in de jaren vóór de overgang moeten fondsen met een dekkingsgraad van 95% eindigen. Als ze daar op 31 december van een jaar onder zitten, moeten zij een plan schrijven waarin ze aangeven hoe ze toch weer op de ‘richtdekkingsgraad’ van 95% gaan uitkomen. Een fonds dat op 31 december van een tussenliggend jaar tot 2026 een dekkingsgraad onder de 90% heeft, moet direct de pensioenen verlagen. Kortom: er staan de pensioenfondsen dus nog enkele moeilijke jaren te wachten.
Internetconsultatie wetsontwerp toekomst pensioenen
Op 16 december 2020 is op internet de internetconsultatie over het ‘wetsvoorstel Toekomst Pensioenen’ gepubliceerd. Iedereen kan reageren op het voorstel. De internetconsultatie loopt tot 12 februari 2021.
Dit wetsvoorstel vormt het hart van het eerder vorig jaar gesloten PensioenAkkoord. Nadat de reacties zijn verwerkt, zal een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Als ingangsdatum wordt gestreefd naar 1 januari 2022, met een overgangsperiode tot 2026.
De mogelijke gevolgen van de Wet Toekomst Pensioenen op de btw-vrijstelling voor pensioenfondsen
Pensioenfondsen kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor de btw-vrijstelling voor collectief vermogensbeheer. Op dit moment kunnen pensioenfondsen die een premieovereenkomst uitvoeren hiervan gebruik maken. Pensioenfondsen die een uitkeringsovereenkomst uitvoeren (eindloon- en middelloonregelingen) voldoen niet aan de voorwaarden voor de vrijstelling. Wellicht dat de invoering van de Wet Toekomst Pensioenen hier verandering in brengt.
Klein verzamelbesluit pensioenen
Op 7 december 2020 is het Klein verzamelbesluit pensioenen gepubliceerd. Hierin worden vier onderwerpen behandeld:
• De stichting als toegelaten uitvoerder voor de oudedagsverplichting;
• De beleggingsonderneming als toegelaten uitvoerder van een loonstamrecht;
• Samenloop pensioenaanspraken bij verzekeraar en bedrijfstak- of beroepspensioenfonds;
• Compensatie bij uitfasering pensioen in eigen beheer.
De onderwerpen worden hierna besproken.
Wordt het pensioen van de zelfstandige een geslaagd experiment?
In het voorstel voor de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) geeft het kabinet invulling aan de in 2019 gedane belofte om een oplossing te vinden voor de gebrekkige pensioenopbouw van zelfstandigen. Deze, voorlopig tijdelijke en experimentele, oplossing komt er op neer dat aan zelfstandigen een pensioenregeling mag worden aangeboden waarbij wordt afgeweken van een aantal bepalingen uit de Pensioenwet.
Missie/Visie
Net als voor ondernemingen is het ook voor pensioenfondsen wenselijk om over een missie en een visie te beschikken. Zaken waar je dan gelijk aan denkt zijn: richting geven; inspiratie en onderscheidend vermogen. We vinden dit ook terug in punt 3 van de Code pensioenfondsen:
Het bestuur stelt een missie, visie en strategie op. Ook zorgt het voor een heldere en gedocumenteerde beleids- en verantwoordingscyclus. Daarnaast toetst het bestuur periodiek de effectiviteit van zijn beleid en stuurt zo nodig bij.
Pensioen Advocatuur en de Wet Toekomst Pensioenen
In de advocatuur geldt dat een groot deel van de werkzaamheden ontstaan nadat nieuwe wetgeving in werking is getreden. In het pensioenrecht is dat vaak nog later het geval. Immers, pas als sprake is van uitdiensttreding – pensionering – scheiding komt pensioen aan de orde en de vraag of een en ander wel goed is verlopen en geregeld. Die vraag komt nog vaker op als het pensioen lager uitvalt, dan verwacht.