Er is enige verwarring rondom het overgangsrecht van de Pensioenwet (PW) voor de DGA. Daarom besteden wij nogmaals extra aandacht aan dit onderwerp. Hoe is de stand van zaken. Indien een DGA op 31 december 2006 reeds een pensioentoezegging had, kan hij op grond van overgangsrecht opteren voor de beschermende werking van de PW vanaf 2008 (In het jaar 2007 blijft de PSW voor bestaande regelingen nog gelden). Dit geldt alleen voor zover het pensioen niet in eigen beheer wordt uitgevoerd. Op 31 december 2006 bestaande pensioenregelingen die in eigen beheer worden uitgevoerd vallen vanaf 1 januari 2008 automatisch buiten de PW.
Resultaten
Belangrijk arrest inzake echtscheiding en eigen beheer Afstorting in beginsel verplicht!
De Hoge Raad is doorgeslagen met een arrest over pensioenverevening van een DGA-pensioen in eigen beheer. Zij heeft gemeend ook de Wet Verevening te moeten impregneren met eisen van “redelijkheid & billijkheid”, de toverformule waarmee de meest gesloten rechtssystemen geopend worden. De vereveningsgerechtigde zal, vanwege de risico’s die aan pensioen in eigen beheer verbonden zijn, vaak afstorting naar een professionele verzekeraar eisen van de ten gevolge van de echtscheiding verkregen pensioenrechten. Een dergelijke afstorting is op grond van wetgeving niet verplicht. Dit geldt zowel ten aanzien van de ten gevolge van verevening verkregen rechten (voorwaardelijk ouderdomspensioen) als ten aanzien van het bijzonder partnerpensioen. De Hoge Raad heeft nu in haar arrest van 9 februari 2007 (nr. R06/021 HR) beslist dat de rechten van de ex-echtgenoot van de DGA in beginsel bij een professionele verzekeraar dienen te worden afgestort. De Hoge Raad gaat daarmee weer een stapje verder dan in het arrest van 12 maart 2004 dat wij in Pensioen up to Date, juli/augustus 2004, nr. 4 bespraken.
Geen ontslagaanspraak. Geen pensioenverdeling bij echtscheiding?
Met ingang van 1 januari 2007 is de Pensioenwet (PW) in werking getreden. De Pensioen- en Spaarfondsen Wet (PSW) is verleden tijd; behoudens overgangsrecht. DGA’s vallen niet onder de PW. Gevolg is dat de DGA zich bij ontslag geen tijdsevenredige aanspraak op ouderdomspensioen hoeft toe te kennen. Dit heeft weer tot gevolg dat bij echtscheiding het pensioen niet hoeft te worden verdeeld. Een nadere analyse.
Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet pensioengevend loon?
De inkomensafhankelijke bijdrage die de werkgever voor werknemers (ook DGA’s) afdraagt, wordt tot het fiscale loon gerekend. Er wordt dus loonbelasting over geheven. Dit roept de vraag op of over deze bijdrage pensioen mag worden opgebouwd.
Pensioenopbouw tijdens perioden van levensloopverlof
Tijdens de periode waarin het levenslooptegoed wordt opgenomen voor de financiering van loonvervanging tijdens verlof, mag pensioen worden opgebouwd.
Nieuwe pensioenbrief?
DGA-pensioenbrieven die vóór 1 januari 2007 (dus vóór de invoering van de Pensioenwet) zijn opgesteld bevatten allerlei verwijzingen naar de PSW. Dit jaar is de PSW op grond van overgangsrecht nog van toepassing. De vraag is of genoemde pensioenbrieven met ingang van 1 januari 2008 dienen te worden aangepast.
Pensioenwet nakomertjes.
De Pensioenwet (PW) heeft ook wat kleine onopvallende wijzigingen voor het DGA-pensioen met zich gebracht:
Pensioen in beleggingseenheden
Pensioenregelingen met uitkeringen in beleggingseenheden zijn, onder voorwaarden, tijdelijk aangewezen als zuivere pensioenregelingen (besluit van 1 maart 2004, nr. CPP2003/ 2813M). Vanaf 1 januari 2008 zijn dergelijke pensioenregelingen geen pensioenen meer in de zin van de Pensioenwet. Het besluit van 1 maart 2004 zal dan worden ingetrokken
Nieuwe sterftetafel 2000-2005
Onlangs zijn de nieuwe sterftetafels gepubliceerd: GBM/V 2000-2005. Deze sterftetafels mag u gaan gebruiken voor pensioenen in eigen beheer.
Tegenstrijdige jurisprudentie bij waardering stamrechtverplichtingen
Een uitspraak van Rechtbank Arnhem van 22 november 2006 schept onduidelijkheid in de waardering van stamrechten. Een stamrechtverplichting waarbij jaarlijks het stamrechtkapitaal wordt opgerent is een bekend verschijnsel. Gebruikelijk is dat oprenting plaatsvindt met een percentage dat in de stamrechtovereenkomst wordt vermeld. Dat kan een vast percentage zijn of een percentage afhankelijk van een niet te beïnvloeden parameter of indexcijfer. Op eind-datum wordt het opgerente stamrechtkapitaal omgerekend naar een periodieke uitkering c.q. lijfrente.