Om de economische crisis krachtig te bestrijden worden er geregeld akkoorden gesloten waarmee de zo noodzakelijk geworden hervormingen kunnen worden doorgevoerd. Al in 2010 werd het Pensioenakkoord gesloten dat in 2011 iets concreter werd ingevuld met het uitwerkingsmemorandum Pensioenakkoord. Het daaruit voortvloeiende wetsvoorstel dat gericht was op de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd lag inmiddels ter behandeling bij de Eerste Kamer. Door de val van het kabinet Rutte 1 en het in de wandelgangen gesloten lenteakkoord is dat wetsvoorstel ingetrokken. Inmiddels ligt er weer een nieuw wetsvoorstel 33290 dat op 5 juni 2012 is aangeboden aan de Tweede Kamer en op 21 juni 2012 al is aangenomen. De Eerste Kamer is op 10 juli 2012 akkoord gegaan. Zodat niets de verhoging van de pensioenleeftijd nog in de weg staat.
Dat vooral de fiscale wijzigingen in de loonbelasting impact hebben op het pensioen van de DGA staat buiten kijf. Een derde majeure wijziging in het Witteveen-kader per 1 januari 2014. Om deze wijziging goed te laten landen zijn de toverwoorden in dit proces ‘tijdige aanpassing’ en ‘voorkom een origami-pensioen’. Wat werkt wel? En wat werkt niet?
Resultaten
De actuariele supertanker
Het verzekeringselement in eigen beheer Het in eigen beheer houden van een pensioenregeling leidt tot fiscale besparingen en appelleert aan de wens van vele ondernemers om hun vermogen zo veel mogelijk onder zichzelf te houden en niet te investeren in als complex en duur ervaren financiële producten van in de ogen van velen onbetrouwbare levensverzekeraars.
Extern eigen beheer, 4 jaar na de resolutie van 3 juli 2008
De fiscus beschouwt het pensioen van de DGA in eigen beheer als een echte pensioenvoorziening. Met dat vertrekpunt bestrijdt hij iedere handeling die in zijn ogen tot een uitholling van het pensioenvermogen leidt. Met de resolutie van 3 juli 2008 heeft de fiscus de vaak wat vrijblijvende financiële verhouding in een situatie van extern eigen beheer op scherp gezet en een nieuwe definitie van het begrip ‘zakelijk’ geïntroduceerd. Van extern eigen beheer is sprake als de pensioenvoorziening in een andere vennootschap -de pensioen BV- dan de vennootschap waarin de DGA in loondienst is -de werkgever BV-, wordt gehouden. Speerpunt van de resolutie is het “voorschrift” om de openindex bepaling in de pensioenovereenkomst – zoveel mogelijk waardevast houden van de pensioenen – te vertalen in een fictieve 2% vaste index. De jaarlijkse dotatie of overdrachtswaarde moet dus daarmee rekening houden.
Pensioenakkoord in de ijskast, snellere verhoging AOW-leeftijd
Met het onlangs gesloten Lenteakkoord is het zwaar bevochten pensioenakkoord met één pennenstreek in de ijskast gezet. Des te opmerkelijker, omdat het wetsvoorstel 33.046 voor 15 mei op de rol stond voor behandeling in de Eerste Kamer en veel in het stabiliteitsakkoord overeengekomen wijzigingen al in dit wetsvoorstel waren voorzien! Inclusief het ook in dit akkoord aangekondigde levensverwachtingsaanpassingsmechanisme. Je zou kunnen stellen dat dit stabiliteitsakkoord een optelsom is van een eerder ingediende en weer ingetrokken wetsvoorstel (32.767 (“Donner-Deuk” waarin de verlaging van het opbouwpercentage was voorgesteld) en het wetsvoorstel 33046 (“Kamp-Knip”) maar dan aangevuld met een versnelde verhoging van de de AOW-leeftijd. Het in PutD van maart/april becommentarieerde wetsvoorstel 33.046 zou al een fiscale besparing van 700 miljoen euro moeten opleveren voor de schatkist. De verlaging van de opbouwpercentages gaat aanvullend een jaarlijkse besparing van 700 miljoen euro opleveren. Dat zou je veronderstellen in lijn met de financiële onderbouwing van 32.767. Minister Kamp komt zo snel mogelijk met een nieuw wetsvoorstel en een calculatie.
Uitstel van pensioen, verplichte actuariele herrekening, gevaar overschrijding 100%-norm
In een vraag en antwoord van 28 november 2011, nummer 11-027, heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) haar visie gegeven op het achterwege laten van actuariële herrekening (oprenting) bij uitstel van pensioen. Naar de mening van de belastingdienst is het niet herrekenen gelijk te stellen aan afzien van pensioen met bijbehorende draconische belastingheffing over de waarde in het economisch verkeer van de gehele aanspraak. Gekoppeld aan de loonbelastingbepaling dat een ouderdomspensioen niet uitgaat boven 100% van het pensioengevend loon op het tijdstip van ingang brengt bovengenoemde visie menig DGA in de fiscale gevarenzone.
Omrekenen van een kapitaal naar een uitkering, verplichte vrijval
Wanneer een in eigen beheer gehouden stamrechtkapitaal of een naar eigen beheer overgedragen pensioenkapitaal omgerekend wordt naar een uitkering, dient deze omrekening plaats te vinden op basis van de tarieven van professionele verzekeraars. Partijen dienen immers ook hier zakelijk te handelen. Als gevolg van de huidige lage rentestand (lager dan 4%) en het toepassen van leeftijdsterugstellingen zal de berekende uitkering ten opzichte van de verwachtingswaarde relatief laag zijn. Echter wanneer aan het einde van het jaar de pensioen- en of stamrechtverplichting berekend wordt, dient te worden uitgegaan van een rekenrente van tenminste 4% zonder toepassing van leeftijdsterugstellingen. Het gevolg is dat de fiscale verplichting beduidend lager is dan het naar eigen beheer overgedragen pensioenkapitaal of het in eigen beheer gehouden stamrechtkapitaal. Er treedt dus een vrijval op en dat leidt tot fiscale winst in het jaar van omzetting.
Geen premie wel pensioen, doorgeven van salarisgegevens de accountant in spagaat
Uw cliënt die als werkgever een collectieve pensioenverzekering voor het personeel heeft afgesloten, wordt geconfronteerd met steeds zwaardere eisen ten aanzien van de informatieverstrekking aan de verzekeraar. Dit wordt versterkt door het standpunt van De Nederlandsche Bank dat pensioenverzekeraars aansprakelijk zijn voor de pensioenen, ook als de werkgever de verzekeraar onvoldoende informeert. Hierdoor kan de verzekeraar verplicht worden pensioenen uit te keren waarvoor geen premie betaald is. Dit standpunt van de DNB is niet onomstreden en op dit moment onderwerp van herhaalde Kamervragen. Dan wordt verwezen naar de parlementaire behandeling van de Pensioenwet waarin dit onderwerp aan de orde geweest is. Daarin was de conclusie dat een verzekeraar niet aansprakelijk kan zijn voor het pensioen van werknemers die niet zijn aangemeld door de werkgever. In de eerste ronde Kamervragen heeft de minister van SZW in afwijking hiervan echter geantwoord dat hij achter het standpunt van DNB staat.
AOW-ingangsleeftijd verschuift per april 2012: alle beetjes helpen?
Het Kabinet Rutte heeft zichzelf een majeure bezuinigingsdoelstelling van 18 miljard opgelegd. Een van de maatregelen die daar aan moet bijdragen is de verschuiving van de AOW-ingangsleeftijd van de eerste dag van de maand waarin de gerechtigde 65 jaar wordt naar de feitelijke verjaardag. Dit gaat in op 1 april 2012. Hiermee wordt een bezuiniging ingeprijsd van gemiddeld een halve maand AOW. Daar staat tegenover dat de einddatum van werknemers- en volksverzekeringen en sociale voorzieningen ook verschuift naar de 65ste verjaardag. Een uitkering op grond van bijvoorbeeld de WIA of de ANW loopt dus ook langer door. Per saldo is de verwachte bezuiniging 65 miljoen euro. Een druppel op de gloeiende plaat.
Flexibilisering in de praktijk: Uitruil van indexatie in een hoger gelijkblijvend pensioen
De gebruikelijke indexatiebepaling in de pensioenovereenkomst van de DGA is van een ’baat het niet dan schaadt het niet’ bepaling intussen verworden tot een blok aan het been van de DGA. Denk bijvoorbeeld maar aan de perikelen bij overdracht van pensioenkapitaal. Of aan de extra claim die door de voorwaardelijke indexatieverplichting op het vrije vermogen wordt gelegd waardoor de dividendruimte beperkt wordt. Veel DGA’s willen graag af van de indexatie zodra hen de consequenties ervan duidelijk worden. Echter, het zonder meer afzien van het recht op indexatie, ook als dit recht in feite niet voor verwezenlijking vatbaar is, wordt door de fiscus gezien als het afzien van een aanspraak op pensioen met alle bijbehorende fiscale sancties. Creatieve geesten onder onze lezers hebben daarom als eens geopperd de indexatie uit te ruilen tegen een hoger gelijkblijvend pensioen.
Samenloop pensioenopbouw en lijfrente en indexatieuitruil
Interessant is de samenloop tussen pensioen en lijfrente als door de uitruil van het indexatierecht een tijdje gestopt wordt met pensioenopbouw. Immers, de pensioenaangroei (factor ‘A’) van de gemiddelde DGA is normaal gesproken zo groot, dat er niet of nauwelijks lijfrenteruimte is. Het stopzetten van de pensioenopbouw betekent dat er ook niet langer sprake is van pensioenaangroei, de A is over die jaren 0. Dat kan betekenen dat de DGA over die jaren waarin de opbouw is gestopt, gebruik kan maken van het lijfrenteregime, uiteraard met een vertraging van een jaar. De vraag is echter of bij de omzetting van het indexatierecht artikel 3.133 lid 2 letter k wet IB van toepassing is. In dit artikel wordt bepaald dat er sprake is van een negatieve uitgave indien een pensioentekort waarvoor lijfrentepremie in aftrek is gebracht nadien wordt gecompenseerd door middel van verbetering van een aanspraak ingevolge een pensioenregeling.