U dient ingelogd te zijn om de rest van dit artikel te lezen, klik hier om verder te gaan naar de loginpagina.
Duizenden lijfrente-bvs uit de jaren 80 gaan ontwaken uit hun fiscale winterslaap. Actie!
Lijfrente-BV’s waren in de jaren tachtig van de vorige eeuw een veel voorkomend verschijnsel. Het was toegestaan om lijfrentes in eigen beheer te houden. Een mooie tijd. Vanaf 1992 zijn de mogelijkheden om een lijfrente bij de eigen BV te sluiten drastisch beperkt. De lijfrentes die bij de eigen BV werden afgesloten hadden vaak de vorm van een zuivere lijfrente, d.w.z. dat de hoogte van de lijfrenteuitkering gegarandeerd is en de ingangsdatum eveneens. Reden daarvoor was de zuivere lijfrente, in tegenstelling tot de kapitaalverzekering met lijfrente-clausule en gerichte lijfrente, onbelast waren voor de vermogensbelasting. Tegenwoordig zie je de zuivere lijfrente nauwelijks meer. Om de hoogte van de lijfrente vast te stellen ging men uit van de tarieven bij professionele verzekeraars. Omdat destijds de marktrente (ca. 8%) hoog was, leverden premies en koopsommen een hoge lijfrente-uitkering op. Echter, de lijfrente-BV’s moesten natuurlijk wel die 8% rendement behalen op de ontvangen premies en koopsommen. Nu het moment van uitkeren nadert blijken niet alle BV’s voldoende middelen in huis te hebben om aan de verplichtingen te voldoen. Wat te doen.