In een recent vraag & antwoord heeft de belastingdienst zijn mening gegeven dat een pensioen dat verhoogd wordt met een inhaalindexatie nog steeds binnen de grenzen van 18d wet LB blijft. In pensioenregelingen van pensioenfondsen is de indexatie voorwaardelijk vormgegeven. Het toekennen van indexatie is dan alleen afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds, maar ook van de beslissing van het bestuur van het pensioenfonds om de indexatie al dan niet toe te kennen. De fiscale wet en regelgeving biedt bij het achterwege laten van indexatie de mogelijkheid om op een later tijdstip deze indexatie alsnog in te halen, zo betoogt de belastingdienst in dit vraag & antwoord.
Resultaten
Doorbeleggen in premieovereenkomsten deel 2 van shoppen naar hoppen.
In Pensioen-up-to-Date 2016 09 hebben we al stil gestaan bij het wetsvoorstel Verbeterde premieregeling. Dit voorstel moet het voor deelnemers aan premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid (fiscaal beschikbare premieregelingen genoemd) mogelijk maken om (een deel van) het door beleggingen opgebouwde pensioenkapitaal op pensioeningangsdatum niet verplicht om te zetten in een vastgestelde uitkering maar ook na ingang te laten profiteren van mogelijke beleggings- en sterfteresultaten. Door het pensioenkapitaal na de ingangsdatum risicodragend te beleggen, wordt de kans op een hoger pensioen groter maar ook het risico dat de deelnemer met een lager pensioen blijft zitten. In die bijdrage hebben we vooral de aanleiding geschetst en de context waarbinnen deze wetgeving is opgekomen. En dat dit een prima oplossing zou kunnen zijn voor DGA’s die, met een naar verwachting eigen beheer loos tijdperk vanaf 2017, om deze reden een beschikbare premieregeling zouden kunnen overwegen.
Doorbeleggen in premieovereenkomsten.
Sinds 2010 zijn premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid, die fiscaal bekend staan als beschikbare premieregelingen, aan een grote opmars bezig. Geen wonder, de betaalbaarheid van gegarandeerde pensioenen, uitkeringsovereenkomsten (bekend onder de fiscale naam ‘middelloon’ of ‘eindloon’) is onder druk gekomen door de toegenomen levensverwachting en fors gedaalde marktrente. De dekkingsgraden van pensioenfondsen en de premieverdubbelingen van rechtstreeks verzekerde regelingen voor uitkeringsovereenkomsten zijn het levende bewijs. En natuurlijk de waarde van het DGA pensioen in eigen beheer. De grenzen van het op intergenerationele solidariteit gestoelde, ooit zo geroemde Nederlandse pensioenstelsel, zijn hiermee bereikt.
Kerngetallen pensioen in eigen beheer 2014/2015
Op verzoek van vele lezers publiceren wij hieronder twee percentages zoals wij deze in onze adviespraktijk gebruiken:
Langer leven, later pensioen!
In het geweld van de vele (pensioen-) akkoorden, dito wetten en afgeschoten wetsvoorstellen is het opvallend dat er weinig tot geen aandacht is voor lid 11 van artikel 18a Wet Loonbelasting. Een artikellid dat u in uw pocket Belastingwetten 2013 nog niet zal vinden overigens. Deze bepaling gaat op 1 januari 2014 in en is één van de vele wijzigingen met een opschortende werking uit de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (Wet-VAP). Wat staat er concreet in? De volgende formule:
Nieuwe overlevingstafel 2006-2011, weer 1% erbij!
Op 2 oktober jongstleden heeft het Actuarieel Genootschap (AG) nieuwe overlevingstafels (GBM/GBV 2006-2011) bekend gemaakt. Zoals verwacht is de levensverwachting van een 65-jarige weer verder gestegen. Dit betekent dat ook het doelvermogen verder toeneemt en hiermee de fiscale pensioenverplichting. Het verschil tussen overlevingstafel 2005-2010 en 2006-2011 is gemiddeld 1%.
Nieuwe beschikbare premiestaffels per 1 januari 2014
De verhoging van de pensioenleeftijd naar
67 jaar heeft impact op iedere pensioenregeling in Nederland.
Steeds meer pensioenregelingen in Nederland zijn gebaseerd
op het beschikbare premiestelsel. Over het algemeen
zijn dit collectieve pensioenregelingen voor werknemers,
maar mondjesmaat stappen DGA’s ook over op dit type
pensioenregeling.
Om aan de praktijk tegemoet te komen, zijn door Financiën
nieuwe algemeen toepasbare beschikbare premiestaffels
gepubliceerd op 13 december 2012. Dit 2012-besluit combineert
Sterftetafels GBM/GBV 2004-2009 leiden wederom tot hogere waardering
In Pensioen up to Date juli/augustus 2010, nr. 4 besteedden wij aandacht aan het fenomeen dat het Actuarieel Genootschap (AG) tegenwoordig jaarlijks updates publiceert van sterftetafels die eens in de 5 jaar verschijnen. Deze updates zijn in feite ook sterftetafels. Dit jaar verscheen update GBM/GBV 2004 – 2009 die ook weer een gestegen levensverwachting laat zien. Fiscaal stuit het op geen enkel bezwaar om deze nieuwste tafel meteen toe te passen bij de fiscale waardering. De hogere levensverwachting leidt er toe dat de waardering voor het ouderdomspensioen iets hoger uitvalt en de waardering voor het partnerpensioen, vanwege de gedaalde overlijdenskansen, iets lager. Per saldo komt de pensioenverplichting hoger uit. We laten, aan de hand van een voorbeeld, de verschillen zien met de vorig jaar gepubliceerde update sterftetafel 2003 – 2008:
Nieuwe sterftetafel 2000-2005
Onlangs zijn de nieuwe sterftetafels gepubliceerd: GBM/V 2000-2005. Deze sterftetafels mag u gaan gebruiken voor pensioenen in eigen beheer.