U dient ingelogd te zijn om de rest van dit artikel te lezen, klik hier om verder te gaan naar de loginpagina.
Belastingplan 2015,introductie netto-pensioen/netto lijfrente
Met de komst van het netto-pensioen in het belastingplan 2015 heeft de wetgever een diepgewortelde wens van de Tweede Kamer om een vrijwillige, individuele, niet onder de omkeerregel vallende oudedagsvoorziening toch een Pensioenwet-karakter te geven, ingewilligd. Weer een complexe regeling erbij, na de introductie van de netto-lijfrente. En dat om € 250 miljoen begrotingsbudget in te vullen. Dit keer voor een regeling voor 2,4% van de Nederlandse beroepsbevolking die meer verdienen dan € 100.000,–. Dit betreft de aftoppingsgrens voor het onder de omkeerregel vallende deel van de pensioenpremie. Een grens die ook gaat gelden voor het lijfrenteregime. De politiek is deze groep tegemoet gekomen in de vorm van het netto-pensioen en de netto-lijfrente. In essentie komt de regeling neer op een extra vrijstelling in box-III met heel veel voorwaarden. Er zijn immers in totaal 11 nieuwe artikelen nodig om deze regeling in belastingwetgeving te gieten. De roep om vereenvoudiging wordt op de burelen van Financiën kennelijk selectief toegepast. De complexiteit, de sanctiebepaling en het beklemmen van vrij beschikbaar netto inkomen maken deze regeling voor de opbouw van een aanvulling op het ouderdomspensioen weinig aantrekkelijk. Los van het feit dat de termijn tot 1 januari 2015 wel erg kort is, als de parlementaire behandeling pas medio december is afgerond. Vooralsnog zijn er maar heel weinig concrete productoplossingen gepresenteerd door financiële instellingen. Waarom niet gewoon een verhoogde vrijstelling in box 3 voor deze groep. Simpel en eenvoudig. Deze groep wordt geacht eigen keuzes te kunnen maken. Passende producten zijn daarmee ook simpeler en dus ook goedkoper.
Bron: Wetsvoorstel 33.847, Wet tot wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages en maximering pensioengevend inkomen; Belastingplan 2015