Onder de titel ‘Ondernemerspensioen op de reservebank. Politiek: durf de dingen bij de naam te noemen’ heeft Werkgroep Ondernemerspensioen van de Tilburg University een reactie gegeven op de brief van Wiebes van 2 juni 2014 aan de Tweede Kamer. Een samenvatting:
Resultaten
Rapport Evaluatie PPI.
Op 23 mei 2014 heeft de Minister van Financiën het rapport Evaluatie Premiepensioeninstellingen (PPI) aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit evaluatierapport vloeit voort uit een toezegging van de Minister gedaan tijdens de parlementaire behandeling, om drie jaar na invoering van de PPI dit nieuwe type pensioenuitvoerder te evalueren. De evaluatie onderzoekt de vraag in hoeverre de komst van de PPI heeft geleid tot meer marktwerking in de markt voor premiepensioenregelingen. Premiepensioenregelingen worden in fiscale zin beschikbare premieregelingen genoemd.
Het verschil tussen fiscaal en commercieel in de jaarrekening gemitigeerd
In PUTD 2014-2 zijn we uitgebreid ingegaan op de uiting 2014-1 van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ). Deze uiting lag voor commentaar ter inzage. Wij hebben onze inbreng onverkort gepubliceerd in dat nummer. Met RJ uiting 2014-4 gaat de RJ overstag. Het resultaat van de nieuwe uiting is in onze optiek dat de grootste verschillen tussen de waardering van de pensioenverplichting van de DGA op fiscale grondslagen en de commerciële grondslagen zijn weggenomen.
Wet VMO door de Eerste Kamer weer een rondje fiscale aanpassingen!
Op 27 mei jongstleden heeft de Eerste Kamer eindelijk ingestemd met de derde herziening van het Witteveen-kader sinds de invoering van dit systeem in 1999. In 1999 kreeg de markt nog 5 jaar de tijd om bestaande regelingen aan te passen. In 2005 bij de invoering van de WetVPL was deze overgangstermijn nog maar krap 1 jaar. Na de invoering van de Wet-VAP in 2014 komt dus nu de Wet-VMO. Binnen 7 maanden moet ook deze klus weer geklaard zijn.
Communicerende vaten bij echtscheiding.
In onze adviespraktijk wordt ons regelmatig gevraagd te adviseren over het pensioen van de DGA in eigen beheer en echtscheiding. Een dergelijk proces kan zich jarenlang voortslepen en voor de desbetreffende DGA met pensioen in eigen beheer, financieel gezien ongunstig uitpakken. Niet alleen door toepassing van de wetgeving in combinatie met de jurisprudentie met voor de DGA ongunstige gevolgen, maar ook door een ongelukkig uitpakkende timing.
De netto-lijfrente vanaf 1 januari 2015
Met ingang van 1 januari 2015 valt, wanneer de Wet VMO wordt aangenomen, defi nitief het doek voor de omkeerregel bij een box-I inkomen boven de € 100.000,–. Jaarlijks geïndexeerd met de contractloonontwikkelingscorrectie, dat dan weer wel. Teneinde de pensioenopbouw voor inkomens boven de € 100.000,– nog enigszins te stimuleren wordt er een extra vrijstelling in box-III geïntroduceerd: de netto-lijfrente. De inleg is niet aftrekbaar, het saldo is en blijft onbelast zolang dit saldo aangewend wordt voor een fi scale toegestane vorm van lijfrente. Dit zijn de oudedagslijfrente en/of de tijdelijke oudedagslijfrente en/of de nabestaandenlijfrente.
Wat is een te late aanpassing? Standpunt staatssecretaris onredelijk
Op 5 november 2013 heeft Rechtbank Gelderland een belangwekkende uitspraak gedaan in een bijna 10 jaar voortslepende casus. Het betrof immers een één maand te late pensioenaanpassing aan de Witteveenkaders van kracht vanaf 1 juni 2004.
Wetsvoorstel VMO in de herkansing
In Pensioen-up-to-date 2013-23 hebben wij aandacht besteed aan het wetsvoorstel VMO: de verdere beperking van de pensioenopbouw vanaf 2015. Wijs geworden door een eerder debacle in de Eerste Kamer heeft de coalitie nu eerst draagvlak in zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer gecreëerd. Op 6 maart 2014 heeft de Tweede Kamer het gewijzigd voorstel van wet aangenomen. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2015. Een motie voor uitstel om de uitvoeringspraktijk meer voorbereidingstijd op deze aanpassingen te geven haalde het niet.
De kleine letters bij pensioenleeftijd 65 jaar uitvergroot
Ook na 1 januari 2014 blijft een pensioen leeftijd van 65 jaar mogelijk. Er zijn adviseurs die dit ook als default advies hebben uitgebracht aangezien de fi scale pensioenverplichting hiermee per einde 2014 en de volgende jaren marginaal hoger is. We hebben hierover in artikel PutD 2013-21 al gepubliceerd.
Toezeggingen van Weekers in de Eerste Kamer.
In artikel PutD 2014-2 hebben wij u onze visie gegeven op de visie van Weekers én de Raad voor de Jaarsverslaglegging. Vlak voor zijn opstappen wordt Weekers bij de behandeling van het belastingplan 2014 op 16 en 17 december 2013 nog kritisch ondervraagd door enkele leden van de Eerste Kamer. De heer Brocker van de VVD vraagt zich af waarom optie 2 in de Weekers-brief, namelijk het omzetten van de fi scale pensioenverplichting in een beschikbare premiesaldo, niet kan, nu dit door geleerde actuarissen bepleit wordt. De heer Essers van het CDA vraagt zich af, nu het kabinet enerzijds zwaar inzet op het uitkeren van de dividend en dit anderzijds weer gefrustreerd wordt door de dividendtoets, wat nu eigenlijk de visie van het kabinet op pensioen in eigen beheer is? Welke concrete stappen wil men op korte termijn nemen nu optie 1 (‘commercieel wordt fi scaal’) en optie 3 (‘de belastingschuld’) niet op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Volgens Essers is optie 2 op korte termijn realiseerbaar met overzienbare budgettaire gevolgen. Naar aanleiding van deze bevraging komt Weekers met een aantal interessante toezeggingen.