Er is weer eens nieuw besluit uitgebracht (besluit van 9 september 2010, nr. DGB2010/2733M). Daarin worden vooral oude besluiten samengevoegd en geactualiseerd. Er zijn een paar nieuwe punten waarvan er maar één echt interessant is:
Resultaten
Afstorten stamrechtverplichting eigen beheer bij echtscheiding? En andere stamrechtverdelingsperikelen bij echtscheiding
Inmiddels is duidelijk dat in pensioen-in-eigen-beheer-situaties sprake is van een afstortingsplicht. De pensioenrechten die een ex-echtgenoot van een DGA verkrijgt ten gevolge van echtscheiding, dienen in beginsel bij een professionele verzekeraar te worden afgestort (zie de bespreking van het arrest van de Hoge Raad 20 maart 2009, nr. C07/20, in Pensioen up to Date maart/ april, nr. 2, 2009). Maar hoe zit dat bij stamrechten in de eigen BV? Geldt dan ook een afstortingsverplichting? Deze en andere vragen komen hieronder aan bod.
Lage AOW-franchise in eigen beheer?
In de mei/juni editie van dit jaar behandelden wij de uitspraak van Rechtbank Den Haag d.d. 12 mei 2010, nr. AWB 09/4415 LB). Uit de uitspraak meenden wij af te leiden dat de onderhavige pensioenregeling een eindloonregeling betreft. Naar aanleiding hiervan werden wij gebeld door de adviseur die deze procedure voert. Hij deelde ons mede dat sprake is van een middelloonregeling. Het misverstand kon ontstaan omdat in de feitenomschrijving bij de uitspraak niets stond vermeld over de aard van de regeling – eindloon of middelloon -, terwijl dat natuurlijk wel van groot belang is. Voorts wist de adviseur te melden dat hij namens cliënt in hoger beroep is gegaan. Dus wordt vervolgd.
De Bos-belasting. Hoe zat het daar ook al weer mee?
Het coalitieakkoord Balkenende/Bos 2007 voorzag in een speciale heffing om de AOW betaalbaar te houden. Iedereen die ná 1945 was geboren zou vanaf 2011 een bijdrage gaan betalen ter grote van 0,6% over zijn aanvullende pensioen boven € 18.000 tot € 31.000. Deze bijdrage zou jaarlijks met 0,6% worden verhoogd totdat in 2040 het maximum van 17,9% was bereikt. Personen die tot hun 65e doorwerkten hoefden niets te betalen. De volksmond noemde deze beoogde heffing de ‘Bos-belasting’. Vanwege een te grote complexiteit is de ‘Bos-belasting in een nieuw jasje gestoken: de houdbaarheidsbijdrage. Dit houdt in dat de bovengrens van de tweede schijf niet meer volledig wordt geïndexeerd maar slechts voor 75%. Dit betekent een verkorting van de tweede schijf waardoor eerder het 42% tarief van de derde schijf van toepassing is. De houdbaarheidsbijdrage is gelijk aan het verschil tussen het tarief van de tweede en derde schijf, toegepast op het deel van het inkomen dat vanaf 2011 extra in de derde schijf valt. De houdbaarheidsbijdrage geldt niet voor personen geboren vóór 1 januari 1946. Daartoe staan er sinds 2009 twee tarieftabellen in de Wet IB 2001: een tabel in art. 2.10 voor personen geboren ná 1946 en een tabel in art. 2.10a voor personen geboren vóór 1946. De houdbaarheidsbijdrage wordt met ingang van 2011 feitelijk van kracht. Dan vindt aanpassing van art. 10.1 Wet IB 2001 (inflatiecorrectie) plaats, zodanig dat de bovengrens van de tweede schijf van de tarieftabel van art. 2.10 niet volledig maar met 75% wordt geïndexeerd.
Financieringsovereenkomsten voor 1 januari a.s. aanpassen
Aan het besluit van 3 juli 2008 (nr. CPP2008/447M) is uitgebreid aandacht besteed in de kolommen van dit blad. Belangrijk onderdeel van het besluit betreft de wijze van vaststelling van de pensioenpremies die een werkgever-BV aan een pensioen- of holding-BV dient te betalen (extern eigen beheer). Wanneer sprake is van open indexatie mag volgens het besluit niet meer met een netto rekenrente van 4% worden gerekend. Expliciet dient rekening te worden gehouden met de open indexatie door deze te schatten aan de hand van een percentage vaste stijging. Het besluit keurt een percentage van 2% goed. Daarnaast dient als rekenrente de marktrente te worden gehanteerd. De belastingdienst heeft goedgekeurd dat bestaande financieringsovereenkomsten, die uitgaan van een netto rekenrente van 4%, tot 1 januari 2011 mogen blijven gehandhaafd (Vraag & Antwoord 08-017 d.d. 10 november 2008, www.belastingdienstpensioensite.nl). Maar vanaf die datum dienen de financieringsovereenkomsten overeen te stemmen met het besluit van 3 juli 2008. Bestaande overeenkomsten kan men bijv. aanpassen door een addendum op te stellen met volgende bepaling.