In Putd juli/augustus 2008, nr. 4 gingen wij uitgebreid in op het besluit van 3 juli 2008 (nr. CPP2008/447M). Het besluit heeft vooral vervelende gevolgen voor de situatie dat sprake is van extern eigen beheer. Het pensioen wordt dan uitgevoerd door een BV waar de DGA niet in dienst is (bijv. een pensioen-BV of een holding-BV). Volgens het besluit dient bij de vaststelling van open geïndexeerde pensioenen te worden gerekend met een fictieve na-indexatie (goedgekeurd is om een vaste stijging van 2% te hanteren). Voorheen mocht met een netto-rekenrente van 4% worden gerekend. Het probleem is dat de artikelen 3.26 tot en met 3.28 Wet IB 2001 de lastenneming van indexatie bij de werkgever-BV kunnen beperken. Als bij de vaststelling van de premie een feitelijke rekenrente (dit is de rekenrente waarin de indexatie is verwerkt) is gehanteerd van 4%, dan wordt verondersteld dat geen sprake is van indexatie en mag de pensioenlast volledig worden genomen (art. 3.28 Wet IB 2001). Komt de feitelijke rekenrente onder de 4% dan wordt de lastenneming beperkt. We tonen de implicaties aan de hand van een voorbeeld. We gaan ook in op de vraag wat er gebeurt wanneer het besluit niet wordt gevolgd. Welke correcties kan de fiscus doorvoeren? Niet veel!
Resultaten
Einde streefregeling in zicht?
De Pensioenwet (PW) kent drie soorten pensioenregelingen:
a. uitkeringsovereenkomst (eindloon, middelloon etc.);
b. kapitaalovereenkomst;
c. premieovereenkomst (beschikbarepremieregeling)
Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen
Het wetsvoorstel “Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen” is aangenomen door het parlement. Bedoeling van de wet is om excessen in het beloningsbeleid in de private sector zoveel mogelijk te voorkomen. Twee belangrijke onderdelen van de wet zijn:
1. werkgeversheffing bij excessieve vertrekvergoedingen;
2. werkgeversheffing bij backservice voor hoge inkomens
Wijzigingen in het lijfrenteregime per 1 januari 2009.
Volgend jaar worden een aantal interessante wijzigingen in het lijfrenteregime doorgevoerd.
Per 1 januari 2008 is werkgever aansprakelijk voor nabestaandenpensioen van zijn ex-werknemers bij werkloosheid.
Regelmatig informeren wij u kort en bondig over opmerkelijke bepalingen uit de PensioenWet. Dit is de eerste in een reeks.
Premie/Koopsommethode verdient meer aandacht!
De laatste jaren heeft een ware kaalslag plaatsgevonden qua pensioenopbouwmogelijkheden (Witteveen, VPL) en qua fiscale lastenneming (verbod lineaire methode, verbod premiemethode, verbod hanteren leeftijdsterugstellingen). We beperken ons nu even tot de fiscale lastenneming. Dan hebben we het over de fiscale waardering van de pensioenverplichting. In feite zijn er nu twee toegestane actuariële waarderingsmethoden: de koopsommethode en de premie/ koopsommethode. De koopsommethode is het eenvoudigst en houdt in dat de contante waarde van de opgebouwde rechten wordt berekend. Omdat geen rekening mag worden gehouden met kostenopslagen en leeftijdsterugstellingen staat bij toepassing van de koopsommethode een veel lager bedrag op de balans dan bedrijfseconomisch gezien juist zou zijn.
Dubieuze brief Belastingdienst Oost-Brabant
Eerder dit jaar heeft Belastingdienst Oost-Brabant kantoor Tilburg een algemene informatiebrief inzake gelijkblijvende pensioenvoorzieningen verstuurd aan accountants en belastingadviseurs. De opstellers van de brief maken zich zorgen over het verschijnsel dat fiscale pensioenverplichtingen inzake DGA-pensioen (vaak?) voor hetzelfde bedrag op de balans staan als het jaar daarvoor. Het gaat dan niet om situaties waarbij de verplichting is bevroren op grond van overgangsrecht (bijv. in verband met de afschaffing van de premiemethode met ingang van 2004)
DGA-pensioen en echtscheiding. Het blijft lastig
In Pensioen up to Date juli/augustus 2007, nr. 4, gingen wij uitgebreid in op de afstorting pensioenvoorziening eigen beheer bij echtscheiding en mogelijke alternatieve manieren om het DGA-pensioen bij een echtscheiding te verdelen. Nu willen we nader ingaan op twee belangrijke vragen.
1. Dient het ouderdomspensioen dat is berekend op basis van voorhuwelijkse jaren te worden verevend indien de pensioentoezegging tijdens het huwelijk is gedaan?
2. Dient rekening te worden gehouden met voor-indexatie?
Nieuw besluit! Weinig nieuws
Er is weer een nieuw besluit verschenen: het besluit van 8 september 2008, nr. CPP/2008/1727M. Dit besluit bevat vooral een samenvoeging en actualisering van eerdere besluiten over (o.a.) de volgende onderwerpen: bijzondere vormen van diensttijd (zoals perioden van verlof, VUT- en prepensioenperioden, uitbreiding begrip dienstjaren bij partner- en wezenpensioenen op risicobasis), pensioengevend loon (o.a. 100%-grens in geval van onregelmatig loon, 100%-grens bij vermindering van de omvang van het dienstverband, pensioengevend loon bij demotie, pensioengevend loon bij arbeidsongeschiktheid), ruil van beloningsbestanddelen (cafetariaregelingen), vaststelling pensioenbijdragen eigen beheer en goudenhanddrukstamrechten.
Nieuw fiscaal besluit pensioen. Gevolgen voor de praktijk.
De staatssecretaris van financiën heeft op 3 juli 2008 een besluit uitgebracht over de waardering van pensioenen, lijfrenten en stamrechten in eigen beheer (nr. CPP2008/447M). Het nieuwe besluit bevat een samenvoeging van twee oude besluiten en is in lijn gebracht met recente jurisprudentie (met name het HR-arrest van 14 april 2006). Het besluit heeft vooral vervelende consequenties voor de uitvoering in extern eigen beheer. Voor intern eigen beheer, de meest voorkomende vorm van eigen beheer, lijken de gevolgen beperkt te zijn. Onder intern eigen beheer verstaan we pensioen ondergebracht in de werkgever-bv of een met de werkgeverbv in fiscale eenheid verbonden holding. Onder extern eigen beheer verstaan we pensioen ondergebracht in een separate vennootschap. We bespreken eerst de gevolgen voor intern eigen beheer en vervolgens de gevolgen voor extern eigen beheer.