Over de werkingssfeer van bedrijfstakpensioenfondsen is al het nodige gezegd en geschreven. Het verplichtstellingsbesluit van het pensioenfonds moet voldoende duidelijk zijn voor een werkgever zodat deze, zonder aanvullende onofficiële toelichting, kan beoordelen of een aansluiting voor hem verplicht is. Onlangs heeft Gerechtshof ’s-Hertogenbosch aan de discussie een nieuw fenomeen toegevoegd: de toets van de redelijkheid en billijkheid
Resultaten
Handig handvat: hoe vermindert de pensioenaangroei de jaarruimte?
Met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) per 1 juli 2023 zijn flink wat wijzigingen in het lijfrenteregime doorgevoerd. Sommige bepalingen hebben pas werking gekregen vanaf 2024, zoals de wijziging in de vermindering in verband met opbouw van pensioenaanspraken binnen de berekening van de jaarruimte. Er zijn verschillende manieren van pensioenimputatie. Welke wijze van pensioenimputatie van toepassing is op een bepaalde deelnemer aan een pensioenregeling, wordt in dit artikel uitgelegd.
Premature procedure tegen invaren
De meeste invaarbesluiten staan gepland voor 2026 en 2027. Dan gaat het druk worden bij de klachtenloketten van pensioenuitvoerders en de rechterlijke macht, voorspelt Mark Heemskerk die een premature procedure bespreekt.
Wat is het afkoopmoment van een lijfrente?
Op 22 augustus 2023 deed Rechtbank Gelderland uitspraak over de vraag wat het moment van afkoop is van een lijfrente. Bijna een jaar later heeft de Kennisgroep van de Belastingdienst een standpunt gepubliceerd waarin de Kennisgroep aangeeft het oordeel van de Rechtbank niet te volgen. Gerard Staats kan op zijn beurt dát oordeel niet volgen.
Zal ik wachten op de verplichte AOV voor zzp’ers?
Moet je als zelfstandige de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering die er al een tijdje aan zit te komen (maar er nog niet is) afwachten? Of kom je al in actie? Over deze vraag buigt Jan van Harten zich in deze editie.
Werkgever wil af van onzekere indexatiekosten over eerdere aanspraken
Werkgevers die de toeslagverlening van een bepaald fonds volgen, kunnen met hoge kosten worden geconfronteerd. Linda Evers bespreekt het geval van een werkgever die ook voor eerder opgebouwde pensioenaanspraken bij een verzekeraar, de indexatie van de nieuwe uitvoerder volgt en daar vergeefs onderuit probeert te komen.
Afkoop van in lijfrente omgezette ODV interessant?
Op 10 juli 2024 hebben de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting en de Kennisgroep formeel recht een belangrijk standpunt gepubliceerd. Het standpunt heeft te maken met de tegenbewijsregeling revisierente voor een geruisloos omgezette ODV in een lijfrente. De kennisgroepen concluderen dat er voor de tegenbewijsregeling een nieuwe aanspraak ontstaat op het moment van de omzetting van de ODV in een lijfrente. Wat betekent dit en wat kan de adviseur ermee?
Verplichtstelling pensioenfonds soms niet te volgen
Op basis van de Wet verplichte deelneming bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet BPF) zijn in diverse bedrijfstakken de werknemers, en hierdoor hun werkgevers, verplicht aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds. Je mag van sociale partners in de bedrijfstak toch wel verwachten dat de afbakening van de bedrijfstak zodanig helder is dat een werkgever makkelijk kan achterhalen of ze binnen de bedrijfstak valt? Toch wordt hierover, doorgaans door het betreffende bedrijfstakpensioenfonds, tot aan de hoogste rechter geprocedeerd. Een uitspraak van Gerechtshof Den Haag laat zien hoever pensioenfondsen soms gaan in hun wens tot aansluiting van een werkgever.
Eerste rechtszaken tegen invaren van start
De eerste rechtszaken over invaren zijn begonnen. Zoals te verwachten leidt invaren tot veel weerstand bij ‘pensioenconsumenten’, met name bij pensioengerechtigden. Nog voordat de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking trad, waren er al duizenden protestbrieven geschreven aan pensioenuitvoerders tegen het invaren.
Finale kwijting en pensioenverevening; geen gelukkig huwelijk
In een recent arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden stond de verevening van pensioenaanspraken centraal. Het Hof werd verzocht uitspraak te doen over de vermeende afstand tot pensioenverevening, uit hoofde van finale kwijting dan wel gerechtvaardigd vertrouwen dat geen aanspraak op pensioenverevening meer zou worden gemaakt. Een bijzonder feitencomplex maakt echter niet dat het Hof afwijkt van eerdere jurisprudentie. Wat was er aan de hand?