De staatssecretaris van financiën heeft op 3 juli 2008 een besluit uitgebracht over de waardering van pensioenen, lijfrenten en stamrechten in eigen beheer (nr. CPP2008/447M). Het nieuwe besluit bevat een samenvoeging van twee oude besluiten en is in lijn gebracht met recente jurisprudentie (met name het HR-arrest van 14 april 2006). Het besluit heeft vooral vervelende consequenties voor de uitvoering in extern eigen beheer. Voor intern eigen beheer, de meest voorkomende vorm van eigen beheer, lijken de gevolgen beperkt te zijn. Onder intern eigen beheer verstaan we pensioen ondergebracht in de werkgever-bv of een met de werkgeverbv in fiscale eenheid verbonden holding. Onder extern eigen beheer verstaan we pensioen ondergebracht in een separate vennootschap. We bespreken eerst de gevolgen voor intern eigen beheer en vervolgens de gevolgen voor extern eigen beheer.
Resultaten
Internationale pensioenproblematiek Special.
Zoals aangekondigd gaan wij nader in op het besluit van 31 januari 2008 (nr. CPP2007/98M) inzake internationale aspecten van pensioen en daarmee samenhangende wet- en regelgeving. In toenemende mate krijgen we in de accountantspraktijk te maken met deze internationale aspecten. Vandaar deze special.
Fiscus verliest procedure over hoogte AOW-overbruggingspensioen bij Hoge Raad. Implicaties voor adviespraktijk
In een arrest van 8 februari 2008 (nr. 42 782) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de fiscus zich op een verkeerd standpunt heeft gesteld ten aanzien van de vaststelling van het overbruggingspensioen van DGA’s die hun pensioen in eigen beheer houden. De vraag is wat de relevantie is van dit arrest. Immers, sinds de invoering van VPL met ingang 1 januari 2005 (of 1 januari 2006 voor bestaande regelingen) is er fiscaal gezien een einde gekomen aan de mogelijkheid om overbruggingspensioen op te bouwen voor hen die zijn geboren vanaf 1950.
Verzekeraars doen moeilijk over gouden handdrukken
Er bereiken ons berichten dat er verzekeraars zijn die koopsommen voor goudenhanddrukstamrechten weigeren omdat ze “geen zin hebben om een heffing van 26% over het rentebestanddeel te betalen”. Wat is er aan de hand?
Ten onrechte afgetrokken lijfrentepremies leidde tot onbelaste uitkering
Op 15 oktober 1990 werd bekend gemaakt dat het lijfrenteregime zou wijzigen. Dit is gebeurd met ingang van 1 januari 1992 (Brede Herwaardering). Voor lijfrentepolissen (kapitaalverzekering met lijfrenteclausule) gesloten vóór 15 oktober 1990 gold overgangrecht dat inhield dat de lijfrentepremies vanaf 1 januari 1992 aftrekbaar bleven tot een bepaald maximum. Bij Rechtbank Arnhem speelde de volgende zaak.
Nieuw besluit internationale pensioenproblematiek
Het besluit van 31 januari 2008 (nr. CPP2007/98M) bevat een samenvoeging en actualisering van eerdere besluiten op internationaal pensioengebied en gaat in op onderwerpen als: voortzetting buitenlandse pensioenregeling van werknemers die tijdelijk in Nederland komen werken, waardeoverdracht vanuit en naar het buitenland, voortzetting Nederlandse pensioenregeling in het buitenland. In een volgende editie van Pensioen up to Date zullen wij nader ingaan op dit uitgebreide besluit.
Belastingdienst publiceert overbodige pensioenovereenkomsten
Indien sprake is van een op 31 december 2006 bestaande pensioentoezegging die (deels) in eigen beheer wordt uitgevoerd, is de vraag of de pensioenbrief (die bijvoorbeeld is gebaseerd op de door belastingdienst gepubliceerde modellen van augustus 2005) met ingang van 1 januari 2008 moest worden aangepast. Immers, deze pensioenbrief zal allerlei verwijzingen naar de PSW bevatten, terwijl de PSW vanaf 1 januari 2008 niet meer van toepassing is.
Pensioen is aandachtspunt bij overname van ondernemingen.
Wanneer een onderneming wordt overgenomen dient de verkrijger de pensioenverplichtingen over te nemen (zie art. 7:663 BW). Dat is de hoofdregel. Art. 9 Pensioenwet (PW) ziet op de situatie dat de vervreemder geen pensioenregeling heeft maar de verkrijger wel. O.g.v. van art. 9 PW moet de verkrijger dan (hetzelfde) pensioen aanbieden aan de werknemers van de vervreemder. Wanneer de vervreemder en de verkrijger een (verschillende) pensioenregeling hebben is er na de fusie dus sprake zijn van verschillende pensioenregelingen.
Nogmaals vaststellen VPL-excedent: per 31-12-2005 of per 01-01-2006
In Pensioen up to Date juli/augustus 2007, nr. 4 meldden wij dat de belastingdienst zich op het standpunt stelt dat het VPL-excedent als volgt diende te worden vastgesteld: verminder het per ultimo 2005 opgebouwde ouderdomspensioen met het pensioen dat op basis van de pensioengrondslag per 1 januari 2006 en de VPL-normen aan de verstreken diensttijd kan worden toegerekend.
Wat zijn algemeen aanvaarde actuariele grondslagen?
Het kan in diverse situaties voorkomen dat pensioenrechten actuarieel dienen te worden herrekend:
vervroegen/uitstellen van de pensioendatum
onderlinge ruil van ouderdomspensioen en partnerpensioen
variabiliseren van de pensioenuitkering