Resultaten
Belangrijk arrest inzake waardering stamrechtverplichting
Op 9 april jl. wees de Hoge Raad een belangrijk arrest inzake de waardering van stamrechtverplichtingen in de eigen BV (HR, 9 april 2010, nr. 08/03645). Het belang van dit arrest zetten wij hierna nader uiteen. Eerst de voorgeschiedenis.
Contraverzekering bij pensioenstichting: Nooit aan beginnen. Koop dan liever een staatslot!
Het kwam in het verleden regelmatig voor dat de kinderen van de dga een risicoverzekering sloten met de BV, die bij voortijdig overlijden een kapitaal uitkeert. Voordeel hiervan was dat de vrijval van de pensioenverplichting werd gecompenseerd door de verplichting het kapitaal uit te keren. Daarom staat deze risicoverzekering bekend onder de naam contraverzekering. Naast het voorkomen van vrijval in de winst had de contraverzekering nog voordelen op het gebied van successierecht. De terbeschikkingstellingsregeling (3.92 Wet IB Wet IB 2001) en het per 1 maart 2003 ingevoerde artikel 13a SW hebben de contraverzekering bij de BV onaantrekkelijk gemaakt. Uiteraard zoekt de adviespraktijk naar nieuwe oplossingen. In dit kader wordt regelmatig gepleit om het pensioen van de DGA in een pensioenstichting onder te brengen. Ook recentelijk dook deze suggestie weer op in de vakpers. Daarbij werden twee punten genoemd: liquidatie-uitkering aan de erfgenamen en de contraverzekering.
Hof Den Bosch: premies pensioenfonds langer dan drie jaar aftrekbaar als negatief loon
Na ontslag mag de pensioenregeling onder voorwaarden (zie art. 10a Uitv.besl. LB 1965) worden voortgezet waarbij de premies in de IB-aangifte als negatief loon in aftrek kunnen worden gebracht: bij onvrijwillig ontslag zolang loongerelateerde uitkeringen worden ontvangen en in andere gevallen maximaal drie jaar als voldaan wordt aan de extra voorwaarden van het besluit van 16 maart 2007, nr. CPP2007/482. In een zaak die bij Hof Den Bosch speelde had een werknemer na een vrijwillig ontslag langer dan drie jaar de oude pensioenregeling voortgezet en de premies als negatief loon in mindering gebracht in zijn IB-aangifte. De inspecteur ging daar niet mee akkoord. De inspecteur werd in het ongelijk gesteld door Hof Den Bosch (d.d. 16 oktober 2009, nr. 06/00184). Het hof oordeelde op basis van het arrest Hoge Raad, 7 oktober 1992, nr. 28 204, dat er voldoende causaal verband met de vroegere dienstbetrekking was om aftrek als negatief loon na drie jaar te rechtvaardigen. Een opvallend punt is dat in de procedure vast kwam te staan dat de pensioenregeling zuiver was. Naar onze mening is dat onjuist. Immers, de pensioenregeling bood de mogelijkheid om na vrijwillig ontslag de regeling langer dan 3 jaar voort te zetten. Omdat van deze mogelijkheid gebruik is gemaakt is de pensioenregeling onzuiver geworden. Indien de inspecteur deze stelling had betrokken had hij wellicht meer succes gehad.
Rectificatie i.v.m. vervallen terugwentelingsmogelijkheid
In de editie november/december 2009, nr. 6 schreven wij dat de terugwentelingstermijn voor lijfrentepremies (o.g.v. de jaar- en reserveringsruimte) met ingang van 2010 wordt afgeschaft waardoor de premies die in het eerste kwartaal van 2011 worden betaald niet kunnen worden teruggewenteld naar 2010. Dit is onjuist. Juist is het volgende: Lijfrentepremies kunnen in aftrek komen indien ze zijn betaald of verrekend in het kalenderjaar of in de eerste 3 maanden van het volgende kalenderjaar (terugwenteling). Dat staat in het huidige artikel 3.130, lid 1, onderdeel a, Wet IB 2001. Deze algemene terugwentelingsmogelijkheid komt te vervallen, echter pas met ingang van belastingjaar 2011. Wat betekent dit in concreto? De lijfrentepremies die uiterlijk worden betaald op 31 maart 2012 kunnen niet meer worden teruggewenteld naar belastingjaar 2011. Premies betaald vóór 1 april 2011 kunnen dus ‘gewoon’ nog worden teruggewenteld naar belastingjaar 2010. Wellicht ten overvloede merken wij op dat de terugwentelingstermijn van 6 maanden voor lijfrentepremies bij staking van een onderneming en/of de omzetting van de fiscale oudedagsreserve blijft gehandhaafd.
Belangrijk nieuw fiscaal besluit: netto beschikbarepremiestaffels en nieuwe bonusstaffel. De hoofdpunten
“Duizenden ondernemers slachtoffer van pensioentruc”, kopte het Financieel Dagblad op 1 februari jl. Onderwerp van het artikel waren de kosten in zogeheten semi-collectieve pensioencontracten. Dit zijn contracten waarbij voor een groep van werknemers een pensioen, meestal een beschikbarepremieregeling, wordt geregeld maar waarbij iedere werknemer een individuele polis krijgt. De kosten van dergelijke contracten zijn veel hoger dan in een echt collectief contract waarbij werknemers geen eigen individuele polis krijgen. Overigens is naar onze mening de kop van het artikel in het FD onjuist: het is juist de werknemer, en niet de werkgever, die de dupe is. Immers, de hoge kosten gaan ten koste van het rendement en dus van de waardeopbouw in de polis van de werknemer. Ook is het de vraag of ondernemers niet de hand in eigen boezem moeten steken. Zij waren blijkbaar niet bereid om echt onafhankelijke, deskundige adviseurs in te huren. Het is mede deze kortzichtigheid die nu tot discussie leidt en tot gevolg kan hebben dat werknemers massaal claims gaan indienen bij hun werkgever. Hier ligt een duidelijke taak voor de accountant. Het opzetten of wijzigen van een pensioenregeling moet niet aan de ondernemer zelf worden overgelaten. Daarvoor is de pensioenmaterie te complex en zijn de belangen te groot.
Aan een werknemer pensioen toezeggen. Mag dat?
Is het mogelijk om met een werknemer die tot een groep behoort, een pensioenovereenkomst te sluiten die afwijkt van de pensioenovereenkomst die met de andere leden van de groep is gesloten? Of is het mogelijk om met één werknemer een pensioenovereenkomst aan te gaan terwijl andere werknemers, al dan niet van dezelfde groep, geen pensioen krijgen? Menigeen zal dan roepen: “Dat kan niet, dat is ongelijke behandeling.” Maar dat hoeft geenszins het geval te zijn.
Banksparen voordeliger dan pensioen in eigen beheer?
Internet is een belangrijke bron van informatie maar heeft ook zijn schaduwzijde. Zo kan bijvoorbeeld onjuiste informatie razendsnel worden verspreid. Hoedt u voor valse profeten. Een recent voorbeeld hiervan is een blog op fd.nl d.d. 15 januari jongstleden van de heer Wilfred Mooij van Geijsel Kroon Assurantiën, getiteld ‘Vastgeroeste adviseurs zien banksparen over het hoofd’. De term vastgeroest is een negatieve kwalificatie. Wat doen die vastgeroeste adviseurs dan fout? De auteur beweert dat banksparen (lijfrente onderbrengen bij een bank) voordeliger is dan pensioen in eigen beheer. Hij stelt: dit komt ten eerste omdat de kosten van eigen beheer hoog zijn, vooral de kosten van de accountant ed.. Hij stelt dat de jaarlijkse kosten € 1.000 zijn. Dat lijkt ons ruim overdreven. Vervolgens stelt de auteur dat banksparen ook fiscaal voordeliger is. Dit onderbouwt hij als volgt: