Regelmatig informeren wij u kort en bondig over opmerkelijke bepalingen uit de PensioenWet. Dit is de eerste in een reeks.
Resultaten
Wettelijk recht op waardeoverdracht per 1 januari 2008 nog duurder
In Pensioen up to Date mei/juni 2006, nr. 3 besteedden wij aandacht aan de wettelijke systematiek van waardeoverdracht. Met name het verschil tussen wettelijke rekenrente van 4% die bij de vaststelling van de overdrachtswaarde werd gehanteerd, en de rekenrente van 3% die verzekeraars hanteren, kwam hierbij aan de orde.
Geen verdeling PGGM Overbruggingspensioen (OBU) bij echtscheiding
In Pensioen up to Date juli/augustus 2006, nr. 4, maakten wij melding van de uitspraak van Rechtbank Zutphen van 22 maart 2006 (nr. 50854 FA RK 02-2254). De Rechtbank oordeelde in het kader van een echtscheiding dat een PGGM Overbruggingsuitkering (OBU) op grond van het huwelijksvermogensrecht diende te worden verrekend. Inmiddels heeft Hof Arnhem dit oordeel verworpen. Het hof oordeelde dat de verknochtheid zich daartegen verzet (Hof Arnhem, 12 december 2006, nr. 602/2006). De OBU is een VUT-achtige overgangsregeling.
Geen ontslagaanspraak. Geen pensioenverdeling bij echtscheiding?
Met ingang van 1 januari 2007 is de Pensioenwet (PW) in werking getreden. De Pensioen- en Spaarfondsen Wet (PSW) is verleden tijd; behoudens overgangsrecht. DGA’s vallen niet onder de PW. Gevolg is dat de DGA zich bij ontslag geen tijdsevenredige aanspraak op ouderdomspensioen hoeft toe te kennen. Dit heeft weer tot gevolg dat bij echtscheiding het pensioen niet hoeft te worden verdeeld. Een nadere analyse.
Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet pensioengevend loon?
De inkomensafhankelijke bijdrage die de werkgever voor werknemers (ook DGA’s) afdraagt, wordt tot het fiscale loon gerekend. Er wordt dus loonbelasting over geheven. Dit roept de vraag op of over deze bijdrage pensioen mag worden opgebouwd.
Pensioenopbouw tijdens perioden van levensloopverlof
Tijdens de periode waarin het levenslooptegoed wordt opgenomen voor de financiering van loonvervanging tijdens verlof, mag pensioen worden opgebouwd.
Besluit over premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
In de praktijk bestaat onduidelijkheid over de situatie waarin sprake is van pensioenopbouw ten gevolge van premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst en waarbij ondertussen de fiscale pensioenregels wijzigen.
Nogmaals levensloop en gebruikelijkloonregeling
In de vorige aflevering van Pensioen up to Date besteedden wij al aandacht aan dit onderwerp naar aanleiding van antwoorden van staatssecretaris Wijn (brief van 21 maart 2006, DDB 2006-00075 U). Op 27 april 2006 heeft de staatssecretaris nieuwe vragen beantwoord over de levensloopregeling (brief van 27 april, nr. DB06-197). Eerst nog even de gebruikelijkloonregeling samenvatten:
Wettelijk recht op waardeoverdracht soms dure grap voor werkgever
Wanneer een werknemer een nieuw dienstverband aanvaardt dan heeft hij het recht het bij zijn oude werkgever opgebouwde pensioen in te brengen in de pensioenregeling van zijn nieuwe werkgever. Dit heet het wettelijk recht op waardeoverdracht. De vraag is of het voordelig is om van dit wettelijk recht gebruik te maken. Het argument dat het uit oogpunt van eenvoud en overzichtelijkheid verstandig is dat je al je pensioen bij één pensioenuitvoerder hebt staan, is niet heel erg sterk. Het gaat er om welk alternatief het hoogste pensioen oplevert. Er is in dit verband eigenlijk maar 1 situatie waarbij op voorhand gezegd kan worden dat waardeoverdracht voordelig is.
Levensloop en gebruikelijkloonregeling kan tot dubbele heffing leiden
Staatssecretaris Wijn heeft in antwoord op kamervragen laten weten dat het loon van een DGA na aftrek van de ingehouden bijdrage aan de levensloopregeling moet voldoen aan de regels voor het gebruikelijk loon (brief van 21 maart 2006, DDB 2006-00075 U). Volgens de staatssecretaris is hierbij van belang of bij andere werknemers die geen DGA zijn in vergelijkbare dienstbetrekkingen, het na aftrek van de inleg in de levensloopregeling gebruikelijke loon, niet hoger is dan het na aftrek in de levensloop resulterende loon van de DGA.