Op 30 juni 2020 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden nog maar eens bevestigd dat er niet te tornen valt aan het waarderingsvoorschrift van 4% zoals opgenomen in artikel 3.29 wet IB. Deze bepaling geldt voor pensioen- en soortgelijke verplichtingen. En een stamrecht is een soortgelijke verplichting. De invalshoek van de belanghebbende was hier origineel maar mocht hem niet baten. Zijn stelling dat het 4%-waarderingsvoorschrift leidend tot een gedeeltelijke vrijval van de verplichting met belastingheffing tot gevolg, een inbreuk is op het eigendomsrecht en hiermee in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens overtuigde het Hof niet.
Resultaten
Pensioengeld, Tozo en de vermogenstoets
Vanaf 1 oktober 2020 zouden zelfstandig ondernemers Tozo 3 aan kunnen vragen bij hun gemeente. Tijdens de corona-persconferentie van 28 september zei Mark Rutte dat de eerder aangekondigde vermogenstoets uitgesteld zal worden. Dat geeft ruimte om na te denken over het veiligstellen van pensioenvermogen.
De coronacrisis en pensioenen
Het is uitermate indrukwekkend wat er nu gebeurt in de wereld. De uitbraak van een virus legt feitelijk de hele wereld lam. Het toont eens te meer aan hoe kwetsbaar wij mensen zijn, hoewel we vaak anders denken. In het kader van de wereldwijde crisis zijn er door de Belastingdienst ook vragen en antwoorden gepubliceerd met betrekking tot pensioen. Hierna ga ik in op V&A 20-004 (werktijdverkorting) en 20-005 (zorgmedewerkers).
De oudedagsverplichting en fiscale planning bij overlijden
Een van de nadelen van een pensioen in eigen beheer is dat de belastingheffing bij overlijden van de laatste pensioenrechtigde flink kan oplopen. Immers de fiscale pensioenverplichting valt vrij in fiscale winst en dit leidt tot heffing van vennootschapsbelasting. Het overlijden van de pensioengerechtigde leidt, indien deze ook de aandeelhouder is, tot een vervreemdingmoment voor de AB-heffing. Door de vrijval van de pensioenverplichting is ook de waarde van de aandelen en dus hiermee ook de met box II belaste winst gestegen. Vervolgens zullen de aandelen vererven naar de erfgenamen en is de verkrijging van de aandelen belast met erfbelasting. Per saldo kan de belastingheffing oplopen tot 50% á 60% van de fiscale pensioenverplichting op het moment van overlijden.
Wet bedrag ineens
In PUTD 2019-11, “Het pensioenakkoord de terugkeer van de VUT?” schreven wij al over de introductie van een versoepeling in de RVU-vrijstelling en de verruiming van het verlofsparen. Deze elementen uit het pensioenakkoord hebben samen met de mogelijkheid tot afkoop van een gedeelte van het pensioen een plaats gekregen in de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen.
Een hoge pensioenklem om AB-heffing bij fictieve erfrechtelijke verkrijging te voorkomen.
Onlangs is een opvallende uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden gepubliceerd. Opvallend, want in de betreffende casus wilde de belastingplichtige juist bewerkstelligen dat het voor pensioen geoormerkte vermogen in een vennootschap veel hóger was dan de inspecteur had geoordeeld. Met als doel om aanmerkelijk belang heffing (AB-heffing) te ontlopen. Het gerechtshof ging na verwijzing door de Hoge Raad hier echter niet in mee.
Nogmaals de handreiking elders verzekerd pensioen
In PutD 2017-11 hebben we de handreiking ‘Fiscale behandeling elders verzekerd pensioen’ besproken. Een handreiking die vergaande consequenties heeft. Consequenties die niet zozeer betrekking hebben op het in eigen beheer gehouden deel, maar met name op de kwalificatie van het elders verzekerde pensioen, de verzekeringstechnische afwikkeling ervan, het vastleggen van de premie- en afstortingsverplichtingen na het definitief splitsen en, misschien wel het belangrijkste, het informeren van de uitvoerder van het elders verzekerde deel over de afspraken die de vennootschap en de DGA hebben gemaakt. Voor de pensioenuitvoerder ontstaat nu (pas) een materiele betrokkenheid die verder gaat dan het incasseren van de premies. Zowel in juridische als in fiscale zin zal de externe pensioenuitvoerder moeten bewegen.
Wiebes wankeling met het onbepaald elders verzekerd pensioen.
Deze uitgave staat volledig in het teken van de “Handreiking fiscale behandeling elders verzekerd pensioen (versie 7 juli 2017)” die vlak voor het verstrijken van de coulanceperiode is gepubliceerd op de pensioenwebsite van de belastingdienst. Een faux-pas van jewelste natuurlijk. In de vorige uitgave van dit blad (artikel PUTD 2017-08) hebben we onze verbazing, of beter gezegd ons ongenoegen, geuit over het stuitend gebrek aan kennis bij Wiebes over de afwikkeling van gedeeltelijk verzekerde DGA-pensioenregelingen. Ook wel, afhankelijk van de exacte omschrijving in de pensioenovereenkomst, bepaald dan wel onbepaald eigen beheer genoemd. Zonneklaar is dat voor hen de ‘P’ in PEB een inhoudsloos karakter heeft, en misschien wel bewust is genegeerd omdat een tweede lek, in dit geval een echt lek, anders teveel zou worden uitvergroot. Hoe later dit sinkhole wordt geopend, hoe groter de kans is dat er meer DGA’s tegen de foutieve uitleg van Wiebes het eigen beheer pensioen hebben afgekocht of omgezet.
Dirk en Eega zijn getrouwd onder koude uitsluiting
In PutD nummer 2017-02 hebben we Dirk en Eega geïntroduceerd. Het gelukkig getrouwde koppel dat geconfronteerd wordt met de uitfaseringskeuzes. Dirk is kostwinner en heeft een 100% gedekt pensioen in de BV. In het eerste deel waren zij getrouwd in algehele gemeenschap van goederen.
Novelle verslechtert de positie van extern pensioen in eigen beheer
De commotie rondom het ontraden van stemming in de Eerste Kamer over het wetsvoorstel Uitfasering van pensioen in eigen beheer op 20 december jl. heeft maar weer eens duidelijk gemaakt dat het pensioen in eigen beheer complex is. Wiebes erkent dit ook in zijn antwoorden aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het uitstel. Het uitstel was achteraf toch niet nodig geweest volgens Wiebes want het voorgestelde artikel 34 e wet VpB in het wetsvoorstel voorkwam al extra lastenneming. Ons inziens een gezocht argument want dit artikel was alleen bedoeld om de afstempeling van commercieel naar fiscaal geruisloos te laten verlopen. De vraag van de NOB die leidde tot het vermeende indexatie-lek had ons inziens slechts betrekking op onvoorwaardelijke voorindexaties op premievrije aanspraken. Denk daarbij aan de voorindexatie van het VPL-excedent. Een civiel-juridische afspraak die bij een verzekerd werknemerspensioen tot directe affinanciering moet leiden bij het vaststellen van de tijdsevenredige aanspraak maar bij intern eigen beheer slechts als last mag worden genomen zodra de indexatie wordt bijgeschreven op de tijdsevenredige pensioenaanspraak en daarmee pas op pensioendatum volledig is verwerkt in de fiscale voorziening. Het wetsvoorstel stelt slechts de fiscale voorziening op omzettingsdatum centraal.