Resultaten
Belastingdienst beperkt inkoop dienstjaren DGAs
Wanneer een DGA uit dienst treedt bij de ene BV en in dienst treedt bij de andere BV dan kan hij zijn pensioen overdragen en, tegen toekenning van fictieve dienstjaren, inbrengen in de nieuwe pensioenregeling bij de nieuwe werkgever-BV. Volgens de belastingdienst mag het aantal fictieve dienstjaren niet meer zijn dan het werkelijk aantal dienstjaren bij de vorige werkgever-BV (Vraag & Antwoord 08-012 d.d. 24 maart 2009, www.belastingdienstpensioensite.nl).
Besluit van 3 juli 2008 en (verbreking)fiscale eenheid. Slot
In eerdere edities gingen wij al uitgebreid in op het besluit van 3 juli 2008 (nr. CPP2008/447M). Het besluit kan vervelende gevolgen hebben in de situatie dat sprake is van extern eigen beheer. Het pensioen wordt dan uitgevoerd door een BV waarbij de DGA niet in dienst is (bijv. een pensioen-BV of een holding-BV). De werkgever-BV dient dan premies aan de pensioen-BV te betalen teneinde het pensioen te financieren. Volgens het besluit dient bij de vaststelling van de premies voor open geïndexeerde pensioenen te worden gerekend met een fictieve na-indexatie (goedgekeurd is om een vaste stijging van 2% te hanteren). Voorheen mocht met een nettorekenrente van 4% worden gerekend. De vraag is of het besluit gevolgen heeft wanneer de fiscale eenheid, die een pensioen-BV en een werkgever-BV vormen, wordt verbroken en of art. 15ai Wet VPB 1969 (sanctie bij verbreking fiscale eenheid na overdracht van een vermogensbestanddeel) dan van toepassing is.
Besluit van 3 juli 2008 inzake pensioen eigen beheer. Hoe nu verder?
In Putd juli/augustus 2008, nr. 4 gingen wij uitgebreid in op het besluit van 3 juli 2008 (nr. CPP2008/447M). Het besluit heeft vooral vervelende gevolgen voor de situatie dat sprake is van extern eigen beheer. Het pensioen wordt dan uitgevoerd door een BV waar de DGA niet in dienst is (bijv. een pensioen-BV of een holding-BV). Volgens het besluit dient bij de vaststelling van open geïndexeerde pensioenen te worden gerekend met een fictieve na-indexatie (goedgekeurd is om een vaste stijging van 2% te hanteren). Voorheen mocht met een netto-rekenrente van 4% worden gerekend. Het probleem is dat de artikelen 3.26 tot en met 3.28 Wet IB 2001 de lastenneming van indexatie bij de werkgever-BV kunnen beperken. Als bij de vaststelling van de premie een feitelijke rekenrente (dit is de rekenrente waarin de indexatie is verwerkt) is gehanteerd van 4%, dan wordt verondersteld dat geen sprake is van indexatie en mag de pensioenlast volledig worden genomen (art. 3.28 Wet IB 2001). Komt de feitelijke rekenrente onder de 4% dan wordt de lastenneming beperkt. We tonen de implicaties aan de hand van een voorbeeld. We gaan ook in op de vraag wat er gebeurt wanneer het besluit niet wordt gevolgd. Welke correcties kan de fiscus doorvoeren? Niet veel!
Dubieuze brief Belastingdienst Oost-Brabant
Eerder dit jaar heeft Belastingdienst Oost-Brabant kantoor Tilburg een algemene informatiebrief inzake gelijkblijvende pensioenvoorzieningen verstuurd aan accountants en belastingadviseurs. De opstellers van de brief maken zich zorgen over het verschijnsel dat fiscale pensioenverplichtingen inzake DGA-pensioen (vaak?) voor hetzelfde bedrag op de balans staan als het jaar daarvoor. Het gaat dan niet om situaties waarbij de verplichting is bevroren op grond van overgangsrecht (bijv. in verband met de afschaffing van de premiemethode met ingang van 2004)
DGA-pensioen en echtscheiding. Het blijft lastig
In Pensioen up to Date juli/augustus 2007, nr. 4, gingen wij uitgebreid in op de afstorting pensioenvoorziening eigen beheer bij echtscheiding en mogelijke alternatieve manieren om het DGA-pensioen bij een echtscheiding te verdelen. Nu willen we nader ingaan op twee belangrijke vragen.
1. Dient het ouderdomspensioen dat is berekend op basis van voorhuwelijkse jaren te worden verevend indien de pensioentoezegging tijdens het huwelijk is gedaan?
2. Dient rekening te worden gehouden met voor-indexatie?
Nieuw fiscaal besluit pensioen. Gevolgen voor de praktijk.
De staatssecretaris van financiën heeft op 3 juli 2008 een besluit uitgebracht over de waardering van pensioenen, lijfrenten en stamrechten in eigen beheer (nr. CPP2008/447M). Het nieuwe besluit bevat een samenvoeging van twee oude besluiten en is in lijn gebracht met recente jurisprudentie (met name het HR-arrest van 14 april 2006). Het besluit heeft vooral vervelende consequenties voor de uitvoering in extern eigen beheer. Voor intern eigen beheer, de meest voorkomende vorm van eigen beheer, lijken de gevolgen beperkt te zijn. Onder intern eigen beheer verstaan we pensioen ondergebracht in de werkgever-bv of een met de werkgeverbv in fiscale eenheid verbonden holding. Onder extern eigen beheer verstaan we pensioen ondergebracht in een separate vennootschap. We bespreken eerst de gevolgen voor intern eigen beheer en vervolgens de gevolgen voor extern eigen beheer.
Doorbetaaldloon-regeling. Bestaande praktijk tot 1 januari 2009 gehandhaafd
In Pensioen up to Date september/oktober 2007, nr. 5 hebben wij uitgebreid aandacht besteed aan de problematiek van de heffing van werknemerspremies bij DGA’s en de zogeheten doorbetaaldloon-regeling.
Nogmaals vaststellen VPL-excedent: per 31-12-2005 of per 01-01-2006
In Pensioen up to Date juli/augustus 2007, nr. 4 meldden wij dat de belastingdienst zich op het standpunt stelt dat het VPL-excedent als volgt diende te worden vastgesteld: verminder het per ultimo 2005 opgebouwde ouderdomspensioen met het pensioen dat op basis van de pensioengrondslag per 1 januari 2006 en de VPL-normen aan de verstreken diensttijd kan worden toegerekend.
Veegwet Pensioenwet: pensioenpolis DGA niet automatisch onder de Pensioenwet
Al eerder wezen wij erop dat het overgangsrecht ten aanzien van bestaande pensioenpolissen van DGA’s niet helemaal helder was. Eindelijk is er dan nu toch duidelijkheid. Wanneer een DGA geen expliciete keuze maakt voor de PW, dan valt de polis vanaf 1 januari 2008 niet onder de PW.