In onze adviespraktijk wordt ons regelmatig gevraagd te adviseren over het pensioen van de DGA in eigen beheer en echtscheiding. Een dergelijk proces kan zich jarenlang voortslepen en voor de desbetreffende DGA met pensioen in eigen beheer, financieel gezien ongunstig uitpakken. Niet alleen door toepassing van de wetgeving in combinatie met de jurisprudentie met voor de DGA ongunstige gevolgen, maar ook door een ongelukkig uitpakkende timing.
Resultaten
Het verschil tussen fiscaal en commercieel vanaf 2014 in de jaarrekening.
Op 9 januari 2014 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving RJ-uiting 2014-1 gepubliceerd. Volgens deze uiting is waardering van de pensioenverplichting op basis van fiscale grondslagen alleen nog maar toegestaan indien dit niet leidt tot belangrijke verschillen ten opzichte van de commerciële grondslagen. De RJ is van mening dat in de huidige tijd van lage rentestanden door de waardering volgens fiscale grondslagen, het eigen vermogen te hoog wordt weergegeven. De RJ is voornemens om deze uiting van toepassing te laten zijn op boekjaren die aanvangen of op 1 januari 2014. Er wordt sterk aanbevolen om met onmiddellijke ingang de pensioenverplichting voor de DGA niet langer te waarderen volgens fiscale grondslagen.
Onder professoren, LNBB-visie op dividendtoets krijgt bijval
Het inmiddels beruchte vraag en antwoord 12-008 van 21 september 2012 waarin de belastingdienst het standpunt inneemt dat na uitbetaling van dividend er tenminste een bedrag in de BV achter dient te blijven dat groot genoeg is om de opgebouwde pensioenrechten volledig onder te brengen bij een professionele verzekeraar, heeft al heel wat stof doen opwaaien.
Laat eigen beheer geen eigen schuld worden!
Op 19 juni jongstleden organiseerden wij in samenwerking met Kluwer het voorjaarsseminar onder de pakkende titel ‘Laat eigen beheer geen eigen schuld worden’. Een seminar dat de adviesbehoefte van de DGA meer centraal stelde vanuit de vraag waar de DGA behoefte aan heeft: “fiscaal pensioen of echt pensioen”. Onder het bezielende dagvoorzitterschap van Leo Stevens kruisten enkele specialisten op deelterreinen de degens met de 100 aanwezigen. 50% vanuit de accountancyhoek, 50% uit de hoek van de financiële dienstverleners en verzekeraars. Met een boeiende discussie waarin volop ruimte werd gegeven aan de mening van enkele ondernemers. Zij zijn immers de ontvangers van het advies. Een andere opzet dan dat u altijd van ons gewend was.
Special: De beschikbare premieregeling.
Deze uitgave staat, zoals aangekondigd in ons vorige nummer, volledig in het teken van de beschikbare-premieregeling (BPR). Wij focussen daarbij op de toepasbaarheid voor de DGA. De directe aanleiding is de publicatie van een nieuw ‘staffelbesluit’ door Financiën. Met de term ‘staffelbesluit’ worden de door de Staatsecretaris van Financiën middels een besluit gepubliceerde, uniform toepasbare, staffels voor beschikbare premieregelingen bedoeld. Op 22 februari 2013 is een gecorrigeerde versie van het staffelbesluit van 13 december 2012 gepubliceerd.
Vervroegen of uitstellen van het pensioen en de pensioenverplichting effect marktrente
In vrijwel elke pensioenovereenkomst is
de mogelijkheid tot vervroeging of uitstel van pensioen
opgenomen. Sinds het besluit van 30 augustus 2011, nr.
BLKB2011/1231M wordt voor de vervroeging van het pensioen
tot aan 60 jarige leeftijd zelfs niet langer de voorwaarde van
stoppen met werken gesteld. Voor het uitstellen van pensioen
tot aan 5 jaar van de oorspronkelijke pensioenleeftijd geldt nog
wel de voorwaarde van doorwerken. In de praktijk blijkt dat
bij een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar, de leeftijd waarop de
DGA daadwerkelijk met pensioen gaat, te variëren tussen de
60 en 70 jaar. De pensioenen worden bij vervroeging actuarieel
gekort en bij uitstel actuarieel verhoogd. De herrekening vindt
dan zoals vastgelegd in de meeste pensioenovereenkomsten
plaats op basis van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen.
Tevens dient de omzetting plaats te vinden op basis van de
tarieven die zakelijke partijen zoals een pensioenverzekeraar
en verzekerde met elkaar overeen zouden komen. Kortom bij
de herrekening moet worden uitgegaan van de marktrente en
leefijdsterugstellingen. En dit heeft een verstorend effect op de
fiscale pensioenverplichting.
De actuariele supertanker
Het verzekeringselement in eigen beheer Het in eigen beheer houden van een pensioenregeling leidt tot fiscale besparingen en appelleert aan de wens van vele ondernemers om hun vermogen zo veel mogelijk onder zichzelf te houden en niet te investeren in als complex en duur ervaren financiële producten van in de ogen van velen onbetrouwbare levensverzekeraars.
Extern eigen beheer, 4 jaar na de resolutie van 3 juli 2008
De fiscus beschouwt het pensioen van de DGA in eigen beheer als een echte pensioenvoorziening. Met dat vertrekpunt bestrijdt hij iedere handeling die in zijn ogen tot een uitholling van het pensioenvermogen leidt. Met de resolutie van 3 juli 2008 heeft de fiscus de vaak wat vrijblijvende financiële verhouding in een situatie van extern eigen beheer op scherp gezet en een nieuwe definitie van het begrip ‘zakelijk’ geïntroduceerd. Van extern eigen beheer is sprake als de pensioenvoorziening in een andere vennootschap -de pensioen BV- dan de vennootschap waarin de DGA in loondienst is -de werkgever BV-, wordt gehouden. Speerpunt van de resolutie is het “voorschrift” om de openindex bepaling in de pensioenovereenkomst – zoveel mogelijk waardevast houden van de pensioenen – te vertalen in een fictieve 2% vaste index. De jaarlijkse dotatie of overdrachtswaarde moet dus daarmee rekening houden.
Uitstel van pensioen, verplichte actuariele herrekening, gevaar overschrijding 100%-norm
In een vraag en antwoord van 28 november 2011, nummer 11-027, heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) haar visie gegeven op het achterwege laten van actuariële herrekening (oprenting) bij uitstel van pensioen. Naar de mening van de belastingdienst is het niet herrekenen gelijk te stellen aan afzien van pensioen met bijbehorende draconische belastingheffing over de waarde in het economisch verkeer van de gehele aanspraak. Gekoppeld aan de loonbelastingbepaling dat een ouderdomspensioen niet uitgaat boven 100% van het pensioengevend loon op het tijdstip van ingang brengt bovengenoemde visie menig DGA in de fiscale gevarenzone.
Omrekenen van een kapitaal naar een uitkering, verplichte vrijval
Wanneer een in eigen beheer gehouden stamrechtkapitaal of een naar eigen beheer overgedragen pensioenkapitaal omgerekend wordt naar een uitkering, dient deze omrekening plaats te vinden op basis van de tarieven van professionele verzekeraars. Partijen dienen immers ook hier zakelijk te handelen. Als gevolg van de huidige lage rentestand (lager dan 4%) en het toepassen van leeftijdsterugstellingen zal de berekende uitkering ten opzichte van de verwachtingswaarde relatief laag zijn. Echter wanneer aan het einde van het jaar de pensioen- en of stamrechtverplichting berekend wordt, dient te worden uitgegaan van een rekenrente van tenminste 4% zonder toepassing van leeftijdsterugstellingen. Het gevolg is dat de fiscale verplichting beduidend lager is dan het naar eigen beheer overgedragen pensioenkapitaal of het in eigen beheer gehouden stamrechtkapitaal. Er treedt dus een vrijval op en dat leidt tot fiscale winst in het jaar van omzetting.