Vanaf 1 januari 2007 (datum invoering Pensioenwet) kan een DGA zich voor de inkoop van dienstjaren in verband met waardeoverdracht niet meer beroepen op art. 10a lid 1 onderdeel f Uitv.besl. LB 1965 omdat sprake moet zijn van een waardeoverdracht in de zin van de Pensioenwet (PW). Omdat de wetgever de inkoopmogelijkheden voor DGA’s niet wilde beperken werd het derde lid aan art. 10 Uitv.besl. LB 1965 toegevoegd. Daar is bepaald dat inkoop van ontbrekende dienstjaren kan plaatsvinden indien, gemeten aan de huidige pensioenregeling, sprake is van een tekort aan pensioenopbouw wegens het ontbreken van de mogelijkheid van waardeoverdracht in de zin van de PW.
Resultaten
In hoeverre mag de hoogte van een periodieke uitkering varieren? Nieuw standpunt fiscus
Een stamrecht is een recht c.q. aanspraak op periodieke uitkeringen. Het begrip ‘periodieke uitkeringen’ komt voor in de Wet IB 2001 en de Wet LB 1964. De inhoud van het begrip is voor beide wetten identiek. Periodieke uitkeringen zijn een reeks van uitkeringen waarbij sprake is van een bepaalde onzekerheid. In het kader van pensioen, goudenhanddrukstamrechten en lijfrenten vormt het overlijdensrisico c.q. de sterftekans de onzekerheid. De sterftekans dient minimaal 0,94% te zijn (arrest Hoge Raad, 30 oktober 1991, nr. 27 215). Dit betekent dat er minimaal een kans van 0,94% moet zijn dat de reeks van uitkeringen ten einde komt door het overlijden van de gerechtigde. In concreto komt dit erop neer dat gedurende de uitkeringsperiode de verzekerde of beide verzekerden minimaal een kans van 0,94% moeten hebben om te overlijden.
Afzien bij uitstel van pensioen naar 65. Toch belast volgens fiscus!
Een DGA heeft de pensioenleeftijd van 60 bereikt en € 20 000 aan pensioen opgebouwd. Hij blijft doorwerken, bouwt geen pensioen meer op en stelt zijn pensioen uit tot 65 jaar. De hoogte van het pensioen blijft € 20 000. In feite wordt hier afgezien van pensioen, namelijk van vijf maal de jaaruitkering van € 20 000. Desalniettemin is er in deze situatie geen sprake van afzien van pensioen in fiscale zin en treden er geen sancties op. Althans daar leek het op. Er was zelfs een lid van de kennisgroep pensioenen van de belastingdienst die dit standpunt in een vakblad innam.
Besluit van 3 juli 2008 inzake pensioen eigen beheer. Hoe nu verder?
In Putd juli/augustus 2008, nr. 4 gingen wij uitgebreid in op het besluit van 3 juli 2008 (nr. CPP2008/447M). Het besluit heeft vooral vervelende gevolgen voor de situatie dat sprake is van extern eigen beheer. Het pensioen wordt dan uitgevoerd door een BV waar de DGA niet in dienst is (bijv. een pensioen-BV of een holding-BV). Volgens het besluit dient bij de vaststelling van open geïndexeerde pensioenen te worden gerekend met een fictieve na-indexatie (goedgekeurd is om een vaste stijging van 2% te hanteren). Voorheen mocht met een netto-rekenrente van 4% worden gerekend. Het probleem is dat de artikelen 3.26 tot en met 3.28 Wet IB 2001 de lastenneming van indexatie bij de werkgever-BV kunnen beperken. Als bij de vaststelling van de premie een feitelijke rekenrente (dit is de rekenrente waarin de indexatie is verwerkt) is gehanteerd van 4%, dan wordt verondersteld dat geen sprake is van indexatie en mag de pensioenlast volledig worden genomen (art. 3.28 Wet IB 2001). Komt de feitelijke rekenrente onder de 4% dan wordt de lastenneming beperkt. We tonen de implicaties aan de hand van een voorbeeld. We gaan ook in op de vraag wat er gebeurt wanneer het besluit niet wordt gevolgd. Welke correcties kan de fiscus doorvoeren? Niet veel!
Einde streefregeling in zicht?
De Pensioenwet (PW) kent drie soorten pensioenregelingen:
a. uitkeringsovereenkomst (eindloon, middelloon etc.);
b. kapitaalovereenkomst;
c. premieovereenkomst (beschikbarepremieregeling)
Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen
Het wetsvoorstel “Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen” is aangenomen door het parlement. Bedoeling van de wet is om excessen in het beloningsbeleid in de private sector zoveel mogelijk te voorkomen. Twee belangrijke onderdelen van de wet zijn:
1. werkgeversheffing bij excessieve vertrekvergoedingen;
2. werkgeversheffing bij backservice voor hoge inkomens
Wijzigingen in het lijfrenteregime per 1 januari 2009.
Volgend jaar worden een aantal interessante wijzigingen in het lijfrenteregime doorgevoerd.
Veegwet Pensioenwet: pensioenpolis DGA niet automatisch onder de Pensioenwet
Al eerder wezen wij erop dat het overgangsrecht ten aanzien van bestaande pensioenpolissen van DGA’s niet helemaal helder was. Eindelijk is er dan nu toch duidelijkheid. Wanneer een DGA geen expliciete keuze maakt voor de PW, dan valt de polis vanaf 1 januari 2008 niet onder de PW.
Nieuw besluit over beschikbarepremie-regeling en streefregeling. En pensioen in beleggingseenheden niet meer mogelijk!
Er is een nieuw besluit verschenen over beschikbarepremieregelingen (besluit van 23 oktober 2007, nr. CPP2007/552M). Behalve beschikbarepremieregeling komen in dit besluit ook aan de orde: kapitaalovereenkomsten (streefregelingen) en intrekking van de mogelijkheid van pensioen in beleggingseenheden.
Noopt Pensioenwet tot verplichte deelname aan collectieve pensioenregeling werkgever?
Verzekeraars hebben, net als andere organisaties, soms de neiging wetten op een voor hen zo voordelige manier uit te leggen: commerciële wetsinterpretatie. Eén voorbeeld hebben wij al gezien in verband met het overgangsrecht ten aanzien DGA-pensioenpolissen.