In de praktijk wordt in de commerciële jaarrekening de fiscale waardering gevolgd. Omdat de fiscale waarderingsregels sinds 1 januari 2004 zijn aangescherpt, zal de verplichting naar bedrijfseconomische maatstaven vaak te laag zijn gewaardeerd. Vanaf 2005 gelden strengere eisen ten aanzien van de wijze waarop pensioenen in de jaarrekening moeten worden verwerkt. Echter, de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft voor kleinere rechtspersonen een milder regime gecreëerd door middel van een zogeheten RJ-uiting. RJ-uiting 2005-1 ‘Verwerking van pensioenverplichtingen in eigen beheer in de jaarrekening van kleine rechtspersonen’ behelst het volgende. Voor salaris-/diensttijdregelingen van de DGA die in eigen beheer worden gehouden is het toegestaan om bij de waardering van de pensioenverplichting geen rekening te houden met toekomstige salarisstijgingen. Het wordt toegestaan om in de jaarrekening de fiscale waardering van de pensioenverplichting over te nemen onder de volgende voorwaarden:
Resultaten
Einde overbruggingslijfrente: OR afstorten met geleend geld.
In een vorige editie hebben we al aandacht besteed aan het fiscale einde van de overbruggingslijfrente. Vanaf 1 januari 2006 kan een fiscaal gefacilieerde lijfrente-premie niet meer worden aangewend voor een overbruggingslijfrente. Dat is jammer. Alles wat riekt naar eerder stoppen met werken, wordt door onze charmante minister De Geus rigoureus weggesnoeid. Dat heeft enkele inventieve verzekeraars op het idee gebracht om een actie te starten voor ondernemers. De actie houdt in dat de ondernemer een lening kan sluiten bij dezelfde bank/verzekeraar waar hij of zij de OR afstort. Indien ondernemers hun OR voor 1-1-2006 afstorten naar een verzekeraar, en dus nog voor 1-1-2006 gebruik maken van de fiscaal gefacilieerde lijfrente-aftrek, behouden ze het recht om van dat kapitaal in de toekomst nog een overbruggingslijfrente aan te kopen.