Keuzebegeleiding behoort (straks) tot het takenpakket van pensioenuitvoerders. De hamvraag is: kan de deelnemer een goede keuze maken? Theo Gommer vraagt het zich ernstig af. De financiële geletterdheid van de gemiddelde deelnemer is immers niet hoog. Verdere ondersteuning door uitvoerder, werkgever en/of (eigen) adviseur lijkt hem dan ook nodig.
In het vierde kwartaal van 2024 werd al een aantal verzekerde regelingen aangepast aan de Wet toekomst pensioenen, langzaam komen de werkgevers op gang. Bart van de Wouw begeleidt veel organisaties in deze transitie en deelt tien praktische tips.
Op 18 oktober 2024 hebben sociale partners en het kabinet een deal gesloten over een verlenging van de vroegpensioenregeling. Theo Willemssen bespreekt wat dat betekent voor nieuwe RVU’s. Ook wijst hij op andere mogelijkheden om de overgang van werk naar pensioen geleidelijker te laten verlopen.
De invoering van een bedrag ineens op pensioendatum, is een stap dichterbij gekomen. De Tweede Kamer heeft op 8 oktober het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens aangenomen. Als ook de Eerste Kamer akkoord gaat, dan zou de afkoopregeling op zijn vroegst ingaan op 1 juli 2025. Wat komt daar allemaal bij kijken?
Het is aan te raden om vanaf het kalenderjaar 2025 de verschillende ingangsdata van de oudedagsvoorzieningen in de BV scherp op het netvlies te hebben, zegt Kees Beishuizen in deze bijdrage. Het missen van een ingangsdatum kan als gevolg van de Fiscale Verzamelwet 2025 grote gevolgen hebben.
De Wet toekomst pensioenen (Wtp) heeft effect op alle lopende pensioenregelingen. Met de juiste software kan makkelijk berekend worden hoe dit gebeuren kan zonder dat het premiebudget noemenswaardig wijzigt. Een werkgever met een vrijstelling voor de aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds op basis van een eigen gelijkwaardige regeling is echter niet zo gelukkig.
Hoe weet je wie er straks recht heeft op de nieuwe RVU-regeling? Over deze praktijkvraag buigt Jan van Harten zich in deze editie.
Op Prinsjesdag 2024 is het pakket Belastingplan 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Ook dit jaar blijven de lijfrenten niet onaangeroerd. Twee wetsvoorstellen die onderdeel uitmaken van het Belastingplan 2025, de wetsvoorstellen Fiscale verzamelwet 2025 en Overige fiscale maatregelen 2025, bevatten voorstellen op het terrein van lijfrenten.
Over de vraag of een werkgever onder de werkingssfeer valt van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds wordt veel geprocedeerd. Het is het meest specifiek voorkomende pensioengeschil. De financiële belangen voor zowel pensioenfonds, werkgever als (ex-)werknemers zijn groot, zeker bij aansluiting met terugwerkende kracht. Het gaat niet zelden om miljoenen.
In het algemeen wordt bij lijfrenten feitelijk de omkeerregel toegepast. De betaalde premies zijn aftrekbaar en de uitkeringen belast. Meestal gaat dit goed. Maar soms worden de premies niet of niet geheel in mindering gebracht en dan geldt bij uitkering de saldomethode. Dit betekent dat de betaalde, niet-afgetrokken premie, onbelast wordt uitgekeerd, terwijl de rest van de uitkeringen dan in de belastingheffing worden betrokken.
