In de vorige editie van de pensioengids bespraken we de uitspraak van Hof Amsterdam van 24 maart 2011 (nr. 08/00735) inzake het prijsgeven van pensioenrechten bij een Antilliaanse pensioenNV. Daarin stelden we dat het Hof de kans dat de DGA zou afzien van pensioen stelde op 10%. Dit is onjuist. De kans dat de DGA niet zou afzien werd op 10% gesteld. Dit betekent dus dat bij de vaststelling van de eindafrekeningswinst 90% van de pensioenverplichting vrijviel.
Resultaten
Het schiet nog niet op met de PPI
Zoals wij reeds in Pensioen up to Date januari/februari 2011 nr. 1 hebben gemeld is het mogelijk om met ingang van dit jaar een premiepensioeninstelling (PPI) op te richten. De PPI kan alleen als uitvoerder optreden van beschikbarepremieregelingen. In januari van dit jaar zijn de eerste aanvragen voor een PPIvergunning ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB). DNB heeft pas een vergunning afgegeven aan Be Frank. Be Frank is een samenwerking van Binck Bank en Delta Lloyd. Wordt vervolgd. Verzekeren en PPI We wezen erop dat een PPI niet als verzekeraar kan optreden van partner- wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen en van ingegaan pensioen. Hier is wel een nuancering op zijn plaats. Een PPI kan namelijk wel een volmachtbedrijf uitoefenen. Dit betekent dat een PPI genoemde risicopensioenen wel kan regelen maar dat het feitelijke risico bij een verzekeraar wordt ondergebracht. Een PPI kan dus een volledige beschikbarepremieregeling incl. risico-elementen uitvoeren.
Arbeidsongeschiktheidsverzekering DGA in prive of via de BV?
DGA’s hebben vaak in privé een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) gesloten. Een arbeidsongeschiktheidsvoorziening zou ook bij de eigen BV kunnen worden geregeld, bijv. in de vorm van een arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP). Wat is fiscaal voordeliger? Aan de hand van een cijfervoorbeeld zullen we mogelijke opties vergelijken.
Onhandige actie DGA leidt tot afkoop pensioen
Een in België woonachtige DGA heeft pensioen opgebouwd in zijn BV. In 2004 bedraagt de pensioenverplichting ca. € 700.000 terwijl er ca. € 300.000 aan liquide middelen aanwezig is. Daarnaast is sprake van een vordering op een andere BV van de DGA ter grootte van € 550.000. Deze vordering is in feite veel minder waard. Het bedrag aan liquide middelen wordt in december 2004 volledig door de DGA opgenomen. Eind januari 2005 wordt in verband met de geldopname een lening overeenkomst opgesteld. De inspecteur stelt dat de geldopname in december 2004 moet worden gezien als een gedeeltelijke afkoop van pensioen en dat daarom de gehele aanspraak ter waarde van € 700.000 als loon uit vroegere dienstbetrekking moet worden aangemerkt. De DGA stelt dat de geldopname een lening betreft. Hof Den Bosch oordeelt echter dat er geen bewijs is voor de stelling dat de lening overeenkomst al bestond ten tijde van de geldopname en stelt de inspecteur in het gelijk (Hof Den Bosch 18 februari 2011, 2009/00692). Van belang is nog te melden dat het belastingverdrag met België de heffing ingeval van afkoop toewijst aan Nederland.
Bank aansprakelijk voor beleggingsverlies pensioen-BV
Twee BV’s, BV 1 en BV 2 (een pensioen-BV) stelden Staalbankiers aansprakelijk voor geleden beleggingsverliezen. Deze bank adviseerde beide BV’s in 2007 om een aanzienlijk deel van het totale vermogen te beleggen in het fonds Staalbankiers Garantiebeheer. Dit fonds koopt vervolgens een zogeheten Note bij Lehman Brothers. Dit betekent dat feitelijk sprake is van een vordering op Lehman Brothers. De Note voorziet in een garantie die inhoudt dat men na afloop van een termijn van 8 jaar in ieder geval het inlegde vermogen terugkrijgt. Alleen bij een faillissement van Lehman vervalt deze garantie. In 2008 ging Lehman failliet. Beide BV’s stelden de bank vervolgens aansprakelijk voor het geleden verlies.