U dient ingelogd te zijn om de rest van dit artikel te lezen, klik hier om verder te gaan naar de loginpagina.
Pensioen omzetten in stamrecht: Fiscale kamikaze actie
Een vrouw is in dienst van een BV waarvan ze samen met haar man 50% van de aandelen heeft. In de arbeidsovereenkomst staat dat de BV voor haar een ouderdomspensioen in eigen beheer zal toekennen over de jaren 2000 t/m 2004 met een maximale last van € 120.000 voor de vennootschap. In verband met een verkoop van de aandelen wordt overeengekomen dat mevrouw uiterlijk in 2007 € 120.000 (+ 6% rente) ter aanwending krijgt voor pensioen. Dit bedrag wordt op de balans ultimo 2004 opgenomen. Mevrouw blijft nog tot en met 2007 in dienst van de vennootschap. Vervolgens wordt in 2007 een stamrechtovereenkomst opgesteld waaruit blijkt dat het genoemde bedrag plus de rente (€ 137.000) opeens als ontslagvergoeding ter beschikking wordt gesteld waarbij het de bedoeling is dat het geld als stamrechtkapitaal naar een stamrecht-BV wordt overgeheveld. In 2009 legt de inspecteur een na heffingsaanslag loonbelasting op voor de jaren 2004 en 2005 over het bedrag van € 137.000. De inspecteur ziet de vergoeding blijkbaar gewoon als loon uit dienstbetrekking en in ieder geval niet als vrijgestelde pensioenaanspraak. De BV stelt daarentegen dat de stamrechtvrijstelling (art. 11 lid 1 onderdeel g Wet LB 1964) van toepassing is. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. De rechtbank overwoog dat de stamrechtovereenkomst feitelijk een uitwerking van de pensioenafspraken was. Er was dus geen sprake van vervanging van gederfd of te derven loon waardoor de stamrechtvrijstelling niet van toepassing was (Rb Breda 8 april 2011, nr. AWB 09/3354). Een rare casus. Het blijkt maar weer dat je afspraken duidelijk moet vastleggen en dat je niet zo maar ongestraft van het ene (pensioen) naar het andere (stamrecht) fiscale regime kan overstappen.