U dient ingelogd te zijn om de rest van dit artikel te lezen, klik hier om verder te gaan naar de loginpagina.
Financieringsovereenkomst voor 5 jaar?
Aan het vermaledijde besluit van 3 juli 2008 (nr. CPP/447M) en de problematiek van de lastenneming van indexatie hebben we al veel aandacht besteed. Het besluit stelt dat bij de vaststelling van de pensioenpremies die de werkgever-BV aan een pensioenBV moet betalen, ter financiering van een open geïndexeerd pensioen, geen netto rekenrente van 4% mag hanteren. Bestaande financieringsovereenkomsten die uitgingen van een netto-rekenrente van 4% mochten tot en met 2010 worden gehandhaafd. Nieuwe financieringsovereenkomsten, die vanaf 1 januari 2011 circuleren, bevatten soms de bepaling dat de financieringsovereenkomst voor 5 jaar geldt. De fiscus zou dit eisen. De belastingdienst heeft inderdaad op www.belastingdienstpensioensite.nl gesteld dat het gebruikelijk is om financieringsovereenkomsten schriftelijk af te sluiten voor een periode van 5 jaren, dan wel voor de looptijd van een CAO (zie Vraag & Antwoord 08-017 d.d. 101108). Dit is juist als het om collectieve pensioencontracten gaat. Voor DGA’s is dit niet het geval. Sterker nog, DGA’s kunnen een eindloon- of middelloonregeling met gegarandeerde uitkeringen niet verzekeren bij een verzekeraar omdat verzekeraars daar geen producten voor hebben. Het enige wat mogelijk is om eenmalig een stukje pensioen tegen betaling van een koopsom in te kopen. De hoogte van de koopsom is afhankelijk van de tarieven op aankoopdatum. Die tarieven wijzigen voortdurend en liggen niet voor 5 jaar vast. Conclusie is dat het onzakelijk is om een 5-jaarstermijn in de financieringsovereenkomst op te nemen omdat dit in de verzekeringsmarkt in geval van individuele pensioenen ook niet plaatsvindt.